vrijdag 21 augustus 2009

Terug naar Italië!

Omdat Erik nog niet veel kan met zijn rug, blijven we nog een nachtje in jachthaven Cleopatra in Preveza liggen. Frederiek houdt zich na het vertrek van Wouter en Ingrid bezig met diverse klussen zoals opruimen, was doen, geld pinnen (en daarvoor op de fiets weer naar het vliegveld) en één vouwfiets weer invouwen, aan boord tillen en in de bakskist doen. De jachthaven Cleopatra bevalt uitstekend: goede voorzieningen zoals wasmachines, internet, goed caférestaurant en aardige mensen die de receptie bemannen (bevrouwen in dit geval). Eén minpuntje is dat je er geen boodschappen kunt doen, zodat we zonder brood zitten. Daarvoor moet je via een tunnel die onder het water doorloopt naar Prevezastad en dat kan niet met de fiets. Ook zijn we er niet meer aan gewend om liggeld te betalen 35,- euro per nacht (voor 11,75 meter), exclusief water en elektriciteit waarvoor je in totaal 5 euro betaald. We besluiten daarom zondag 16 augustus 2009 de boot te verplaatsen naar een grote mooringboei (boeien met een ring waar je een lijn doorheen kan halen) die even buiten de haven liggen en waar je ook vrij kan ankeren. Erik moet het heel rustig aandoen met zijn rug, dus Fre rent met lijnen heen. We hebben maar weinig ruimte om met de neus uit de boks te kunnen draaien (de kade zit in de weg), maar het gaat gelukkig allemaal goed. Eenmaal liggend aan de boei, wil Fre met de bijboot naar de wal om nog een tweede lading was op te halen die in de wasmachine zit. Normaliter halen we met ons tweeën de bijboot van het voordek af en laten deze in het water zakken. Nu staat Fre er alleen voor en dat gaat een stuk minder makkelijk. Op het moment dat de boot in het water glijdt, schiet de zitplank ervan af. Het ding is nergens meer te bekennen. Dat levert een baalmoment op, want zonder die plank is het een stuk lastiger om te roeien. Afijn, Fre gaat met de bijboot op pad (want de was wacht), en ziet opeens een stukje verderop de plank drijven! Het bleek dus toch van drijvend materiaal gemaakt te zijn en door de stroming een stuk meegenomen te zijn. Met een complete bijboot kan Fre weer verder roeien. Op de weg terug belt Karin op om Fre alvast te feliciteren met haar verjaardag. Alsof we elkaar gisteren weer aan de lijn hadden!

Maandag 17 augustus 2009 staan we om 6.00 uur op. We hebben op internet gezien dat de windvoorspellingen gunstig zijn om de oversteek naar Italië te kunnen maken, maar dan moet het wel wat beter gaan met de rug van Erik. Hij kan wel meer dan eerst, maar het houdt nog niet over. Uiteindelijk besluit hij dat hij het wel aandurft. Om 7.30 uur vertrekken we voor een tocht van 218 mijl naar Roccella Ionica aan de oostkust van Italië. De grootste oversteek die we tot nu toe gemaakt hebben. De eerste uren is er nog te weinig wind en motorsailen we, daarna neemt de wind toe en kan de motor uit. Tussen de middag ziet Erik dolfijnen in de verte uit het water opspringen en hoera, twee dolfijnen komen ons weer opzoeken en zwemmen een poosje met ons mee voor de boeg! De wind trekt ’s middags aan tot 4 en 5 Beaufort. Dit houdt de hele nacht aan, waardoor we met een snelheid van gemiddeld 7 knopen vooruitschieten. Het ziet er naar uit dat we een nieuw record gaan zetten. Het enige nadeel is dat we doordat de wind in de zeilen de boot schuin drukt, weinig kunnen doen. We gaan dus niet zo snel de kajuit even in om wat eten te maken en voor lezen in de kuip is teveel deining. Om 00.00 uur verrast Erik me met een mooi epistel dat hij voorleest. We wisselen elkaar af om een beetje te kunnen slapen, maar dat gaat gezien het feit dat de wind draait (van halve naar aan de wind) minder goed dan bij de vorige oversteken. ’s Ochtends vroeg zitten we daarom weer met ons tweeën in de kuip. Bij het zien van de kust van Italië wordt de wind weer minder en zetten we de motor weer aan. De laatste mijlen zijn een beetje afzien want we zijn brak en het is warm. Op mijn verjaardag 18 augustus 2009 om ca. 15.30 uur Griekse tijd en 14.30 uur Italiaanse tijd, komen we in de recordtijd van 32 uur, aan in de ons vertrouwde haven van Roc cella Ionica. Ditmaal is er niemand van de haven die ons opvangt, maar er is genoeg plek aan de steiger waar we de vorige keer ook lagen. Andere mensen op de steiger staan al klaar om de lijnen aan te nemen, heerlijk zo’n ontvangst!

Er zijn inmiddels wel wat dingen veranderd in de haven van Roccella Ionica: omdat de baggerwerkzaamheden voorbij zijn en de voorzieningen nu werken, moet er sinds 20 juli van dit jaar 20 euro liggeld worden betaald, ongeacht de grootte van de boot. Dit liggeld wordt aan het einde van de dag geïnd door een mannetje van de haven dat de steigers langsloopt (hij spreekt overigens geen andere taal dan Italiaans…). Daarnaast moet je je ook bij de coastguard registreren. Dit doen wij dan ook in de loop van de middag als we een beetje bijgekomen zijn. Het is opvallend warm en daarom zoeken we op het beschutte terras van het internetcafé/restaurant verkoeling onder het genot van een cappuchino. Er gaat niks boven Italiaanse koffie! We reserveren meteen een tafeltje voor de avond en dat is niet onverstandig. ’s Avonds is het namelijk een gekkenhuis. Van de ober horen we dat er in het hoogseizoen dagelijks zo’n 1500 mensen komen eten. De halve meter pizza die wij ook nemen is schijnbaar enorm populair. Wat prettig is, is dat we op de boot geen last hebben van deze restaurantgangers, want in tegenstelling tot de taverna’s in Griekenland, wordt er geen muziek gedraaid. Mijn wens om m’n verjaardag in Roccella Ionica te vieren is uitgekomen. Tesamen met de telefoontjes, smsjes en mailtjes heb ik me echt jarig gevoeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten