vrijdag 31 juli 2009

Griekenland: Kastos

Maandag 27 juli 2009 verlaten we de baai bij Eufimia op Kefalonia. We ronden het eiland Ithaka aan de zuidkant en varen noordoostwaarts richting het kleine eilandje Atokos. Daar zijn twee ankerplekken, maar er liggen al zoveel schepen (we merken dat we weer in het flottieljevaargebied zitten) dat we doorvaren in noordoostelijke richting naar het iets grotere eiland Kastos. Bij het dorpje Kastos zijn verschillende mogelijkheden om aan te meren: in de havenkom (waar aan het einde van de dag flottieljegroepen neerstrijken) of buiten de havenkom, wat ook redelijk rustig ligt omdat het wordt afgebakend door een eilandje. Wij kiezen ervoor om buiten de havenkom voor anker te gaan met een lange lijn naar de rotsen. Dit is niet mijn favoriete manier van aanmeren (een heel gedoe om een geschikt punt te vinden om de achterlijn op vast te binden), maar zo wordt in Griekenland wel vaker aangemeerd. Het voordeel is dat we vrij liggen en niet liggen te gieren. Aangezien we nu tijd hebben en niemand storen, pakken we ook het klussen weer op. Erik was in Eufimia begonnen met het schuren van de potdeksel aan stuurboordkant: een hele klus, want nu worden ook de scepters onder handen genomen (daar waar nodig rechtbuigen en opnieuw vastkitten). Fre schuurt vanaf de bijboot de buitenkant van de teakhouten rand fijn. Doordat er een windje staat, waait het schuursel meteen weg, wel zo makkelijk! Het is zoveel werk (ook kleine reparaties van het hout etc.) dat we uiteindelijk met de gehele rand nog tot en met donderdag bezig zijn. Het voordeel van ergens wat langer liggen, is dat we vertrouwd raken met de omgeving en haar inwoners. We kunnen de bijboot makkelijk aanmeren bij een trap die zich op een kleine roeiafstand bevindt van de boot. Vanaf de weg bovenaan de trap, lopen we zo het dorpje in. Voordat we dat doen, maken we een wandeling over het eiland. Naarmate we de kust naderen, zien we aan de kant steeds meer vuil liggen. Bij de andere kant van het eiland aangekomen, zien we tot onze verbazing een vuilstortplaats, waar het vuil open en bloot ligt. Schijnbaar heeft dit eiland een probleem met de verwerking van afval. Fre heeft inmiddels nader kennis gemaakt met de beheerster van de plaatselijke supermarkt annex bakker. Zij en haar man komen uit Nieuw-Zeeland, maar zijn van Griekse afkomst. De zomermaanden runnen ze de winkel in Kastos en in de wintermaanden gaan ze terug naar Nieuw-Zeeland, waar zij op oproepbasis lerares is. Zij zag dat ik met een kaart in mijn handen liep en attendeerde mij erop dat de postbode net vandaag op het eiland was en als ik snel was ik hem nog zou treffen (er is daar geen brievenbus). Dus zo gezegd, zo gedaan, liep ik richting de haven en daar zag ik een groepje mensen op een muurtje onder de bomen staan en zitten, waaronder zich inderdaad de postbode bevond. Het bezorgen en ophalen van de post, blijkt dus een heel sociaal gebeuren te zijn!

maandag 27 juli 2009

Griekenland: Kefalonia/Cephalonia

Donderdag 23 juli 2009, op de 75ste verjaardag van de vader van Erik, komt de wind uit het noordwesten. Een gunstige wind om van het eiland Zakinthos naar het eiland Kefalonia te zeilen. Tussen de eilanden staat weer een fikse wind, net zoals op de heenweg naar Zakinthos. Deze wind draait en verdwijnt zodra we weer in de buurt van de kust van Kefalonia komen. Er is in dit gebied geen touw vast te knopen aan weersvoorspellingen, omdat je veelal te maken hebt met lokale winden en windvlagen. We koersen naar Argostoli, de hoofdstad van Kefalonia. Deze plaats ligt in een brede, lange inham landinwaarts. Op de Raymarine hadden we gezien dat we daar in de buurt voor anker konden, maar we zien geen boten die dit doen, noch een geschikte plek. Aan de kade is plaats, maar … helaas moeten we wel havengeld betalen (ca. 15 euro). Aangezien we geen alternatief hebben, doen we dit. Gelukkig hebben we inmiddels het traffic document, want daar wordt naar gevraagd. Tegenover de kade zit een internetcafé, waarvan de beheerder ook de sleutel van het water (dat bij het liggeld inzit) heeft en we kunnen de achtertank die leeg is weer bijvullen. In de loop van de dag maken we een wandeling door het moderne stadje. Op een groot plein zijn ze bezig met voorbereidingen voor een soort braderie en een uitvoering. Wanneer we na een gyros-wrap gegeten te hebben (in het door de Engelse buurvrouw aanbevolen Griekse fastfood restaurantje ‘Kioski’) komen we terug op het plein waar inmiddels een muziekgezelschap aan het spelen is geslagen. Tot ’s avonds laat is er leven in de brouwerij, waarvan we op de boot nog mee kunnen genieten als we gaan slapen…

Omdat we ons midden in een hittegolf bevinden, willen we graag weer eens in een baai voor anker liggen. In het zuiden en westen van Kefalonia zijn echter geen baaien te vinden die voldoende bescherming bieden tegen de voornamelijk noordwesten wind. We besluiten daarom om de zuidkust te ronden en naar een oostelijk gelegen baai in de buurt van Sami te varen. Dit is een lange tocht van ca. 40 mijl en we vertoeven daarom de hele dag op het water. Het grootste deel van de dag is het windstil, maar op het laatste stuk begint het weer redelijk stevig te waaien. Omdat we voor anker gaan, geeft de wind verder geen problemen. De baai waar we liggen is bij het kleine plaatsje Ay Eufimia. Het is heerlijk om weer eens in een rustige baai voor anker te kunnen liggen. De volgende dag is het zo warm (36 tot 38 graden), dat we om de zoveel tijd het water in moeten plonzen. Er waait een warme, droge wind, die maakt dat het haar van Fre in 5 minuten droog is, in plaats van twee uur. Terwijl Erik vanuit de bijboot de romp van de boot aan het poetsen is, zwemt Frederiek naar een andere Nederlandse boot die verderop naast ons ligt om gedag te zeggen. Het is de Delta Lady uit … Vlissingen (als Walcherse schept dat toch een band). Het gepensioneerde echtpaar is al 6 jaar onderweg en wisselt het zeilen af met bezoek aan hun kinderen in de winter in Australië. Zij denken er echter wel over om te stoppen met het zeilende leven en een huis in Australië te kopen. Hun boot, een Wauquin gaat in de verkoop. Wat ook erg prettig is aan deze baai, is dat we vanuit de kuip gratis internet hebben! We hebben op de weersites gezien dat er zondag 26 juli 2009 de hele dag stevige wind verwacht wordt. Dat klopt inderdaad als een bus: ’s ochtends verschijnen op zee de eerste schuimkopjes, die later in de baai ook te zien zijn. Dit duidt op ongeveer windkracht 5 Beaufort. Dit weerhoudt Erik er niet van om het klussen op te pakken. Het schuren van de potdeksel (houten rand om de boot op het dek) en het zwemplateau staat op het programma. Later zien we schuimstrepen op zee (windkracht 6) en in de loop van de middag zwelt de wind aan tot windkracht 7. Wij hebben vertrouwen in ons Delta-anker, want deze heeft in de baai van Nikolaos op Zaktinthos, windvlagen van windkracht 8 doorstaan. Evengoed is het zaak om in de gaten te houden wat er om ons heen gebeurt. Er komen namelijk schepen binnen in de vliegende storm, die willen ankeren (aan de kade aanmeren is met deze wind een hachelijke zaak). Aangezien de ankergrond echter wisselend houdt in deze baai, lukt het een aantal boten niet om een goede ankerplek te vinden. Dit leidt soms tot gevaarlijke taferelen, omdat ze vervaarlijk dicht bij boten in de buurt komen die wel goed voor anker liggen en liggen te gieren (daar moet je bij het ankeren rekening mee houden). Het overkomt ons ook één keer dat een Spaanse boot te dicht bij ons in de buurt wil ankeren, net op het moment dat Erik met de bijboot brood aan het halen is. Fre houdt voor de zekerheid er stootwillen bij om schade te voorkomen en gelukkig vertrekt de Spaanse boot weer. Een uur later kunnen ze met heel veel moeite alsnog aan de kade aanmeren. Sommige boten zijn urenlang rondjes aan het draaien en sommigen varen verder naar het verderop gelegen plaatsje Sami. De harde wind houdt tot ongeveer middernacht aan. Gelukkig hebben we er ’s nachts geen last van en slapen we redelijk goed.

donderdag 23 juli 2009

Griekenland: Zakynthos

In de baai van Nikolaos op Zakynthos maken we de pittigste nacht sinds tijden mee. De wind blijft toenemen, maar aangezien er geen plek meer aan de kade is en we in principe goed aan het anker liggen, is het dus afwachten maar tot de wind gaat afnemen. Terwijl we in de kajuit zitten te eten, horen we opeens ‘avanti, avanti’, afkomstig van een Italiaanse boot die verderop aan een mooring ligt. Fre steekt haar hoofd uit de kajuit en ziet een van een mooring losgeslagen boot haaks op onze boeg afkomen. Eén gil naar Eer en hij staat al op de boeg om de spriet van de andere boot af te houden, terwijl Fre in de weer is met stootwillen. We kunnen de andere (overigens Nederlandse) boot waarvan de bemanning niet aan boord is, niet vasthouden en zij drijft verder af naar de rotsen. Inmiddels zijn mensen in een dinghy en een sloep in actie gekomen, die de boot net op tijd op sleeptouw kunnen nemen. Met enige moeite leggen ze de boot aan de kade. De bemanning van de Impulse uit Muiden mag van geluk spreken dat hun boot dankzij deze inspanningen, behouden is gebleven! Ondertussen zien we ook nog vier blusvliegtuigen een bosbrand blussen. Kortom: spanning en sensatie. In de nacht blijft de wind aanhouden, met uitschieters tot windkracht 8 Beaufort. We hebben het ankeralarm aanstaan, dat ons waarschuwt als de boot meer dan 0,02 mijl krabt. Desondanks hebben we een onrustige nacht; pas in de ochtend gaat de wind liggen.

Dinsdag 21 juli 2009 gaan we op zeil naar Zakyhnthos-stad. We liggen aan een kade met voorzieningen en worden voor de eerste keer geconfronteerd met de havenautoriteiten. We hadden wel gelezen dat je in Griekenland een traffic document nodig hebt, maar de meningen waren verdeeld of je het document echt moest aanschaffen en tot nu toe hadden we het nog niet nodig gehad. Ja, je hebt het dus wel nodig, want anders kun je in een vijftigtal havens van Griekenland niet liggen. Dat betekende dus 53 euro betalen, waarvan Erik flink baalde. Overigens was het wel een service dat de havenmeester, die zich per motor verplaatste, dit voor ons regelde. Omdat we nu toch in de hoofdstad van Zakinthos lagen, wilden we de volgende dag het eiland van hieruit gaan verkennen. Aanvankelijk dachten we dit op een scooter te doen, maar bij nader inzien zag Fre het niet zitten om krampachtig achterop een oud barrel te moeten zitten. Het werd dus een grote auto met airconditioning: de beste manier om de hitte te ontvluchten! Het eiland vonden we aardig, maar niet heel bijzonder. Hoogtepunt was het drinken van koffie op een terras op een berg in het zuiden van Zakynthos die uitkijkt over de prachtige baai van Laganas. Deze baai is een beschermd natuurgebied waar schildpadden in de zomermaanden hun eieren leggen op het strand. Het landschap deed soms wat Toscaans aan, met hier en daar een klooster en/of een grot. Nog een groot voordeel van een auto: we hebben de boot weer helemaal kunnen volstouwen met water, sap, frisdrank etc. Een luxe om boodschappen bij de Lidl met de auto te kunnen doen en deze voor de boot uit te kunnen laden! De boot is zeker 10 centimeter naar beneden gezakt. De volgende ochtend (we hadden de auto van 10.30 uur tot 10.30 uur de volgende dag), heeft Erik nog campinggas met de auto gehaald en zullen we bij het koken dus niet voor onverwachte problemen komen te staan.

Zakynthos is niet het beste eiland om zeilend te verkennen, omdat er weinig ankerplekken en havens zijn. We hebben inmiddels vanwege praktische redenen het besluit genomen om zeker nog tot half augustus in het Ionisch gebied te blijven en daar ons bezoek te ontvangen. We varen de volgende dag dan ook weer noordwaarts naar de baai waar we vandaan kwamen, namelijk Ormos Nikolaos in het noordoosten van Zakinthos. We gaan aan de kade liggen en ook hier komen aan het einde van de dag de havenautoriteiten opeens langs en blijken we te moeten betalen. Erik vindt dit onterecht, aangezien er geen faciliteiten op de kade aanwezig zijn. Uit principe gaan we daarom weer voor anker liggen op ongeveer dezelfde plek waar we de vorige keer lagen. Achteraf blijkt dit een geluk bij een ongeluk te zijn, aangezien de wind ’s nachts draait en van zee komt, waardoor er deining is. Aan de kade heb je daar meer last van dan wanneer je voor anker ligt, dus goed dat we verkast zijn.

zondag 19 juli 2009

Golf van Korinthe

Het verslag van de afgelopen dagen was klaar voor publicatie op ons weblog, maar toen hield het netbook ermee op … Ondanks verwoede pogingen van Erik om de tekst nog op te kunnen halen, is dit niet meer gelukt. Het netbook zal opnieuw geïnstalleerd moeten worden. Vandaar dat ik nu op de ‘grote’ laptop nogmaals wat zal schrijven over de afgelopen dagen.

We waren gebleven in Missalonghi aan het begin van de golf van Patras. Op dinsdag 14 juli 2009 hebben we oostwaarts koers gezet richting Navpaktos. Hoogtepuntje was het passeren van de brug bij Rion. Deze brug, die hangt aan kabels, verbindt het noordelijke vaste land van Griekenland met het zuidelijke schiereiland, de Peloponnesos. De brug werd ter gelegenheid van de Olympische Spelen van Athene in 2004 gebouwd. Respectievelijk vijf mijl en één mijl voor het bereiken van de brug dien je via de marifoon contact op te nemen met Rion Traffic (kanaal 14). Gevraagd wordt naar de naam en grootte van de boot en de hoogte van de mast. Zij geven dan aan welke brugdoorgang je mag nemen (bijvoorbeeld drie pillars starbord (stuurboord) en one pillar port (bakboord)). Niet ver na de brug ligt het plaatsje Navpaktos. Het heeft een piepkleine haven, waar eigenlijk maar maximaal drie passantenboten kunnen liggen. Aangezien wij gezien de warmte zin hadden in een plons in het water, zijn we voor de stadswal voor anker gegaan en hebben daar een prima nacht gehad. Vanaf het water vallen meteen de vestingen en kasteelmuren op. Wij hebben nog een poging gedaan om het kasteel boven op de berg te bezoeken (of de resten die er van over zijn), maar dat is slechts gedeeltelijk gelukt. Het was duidelijk geen toeristische attractie want het stond niet goed aangegeven. Wel hadden we mooi uitzicht, ook op de brug. Na de hele stad doorgelopen te hebben (die moderner en jeugdiger oogde dan het leven op de eilanden), hebben we uiteindelijk bij een restaurantje aan het strand wat gegeten. Hele gezinnen zijn ’s avonds laat nog op pad, omdat de temperatuur dan wat dragelijker is. Leuk om dit gade te slaan.

De volgende dag zetten we koers naar een eiland dat weer een stukje oostelijker ligt, namelijk Nisos Triziónia. Een mooi, groen eiland met een redelijk moderne haven. We hadden een plekje langszij een steiger. Alleen … zoals bij zoveel havens in Griekenland het geval is, de haven is niet afgemaakt. Daar waar water- en elektriciteitsblokken op de steiger hadden moeten komen, waren de gaten al gemaakt. Nu moet je dus goed oppassen dat je niet in zo’n gat stapt als je op de steiger loopt! Ondanks dat het nog steeds snikheet is om 18.00 uur, maken we een wandeling over het eiland. We lopen door een bossig gebied (o.a. naald- en olijfbomen) en komen bij een mooie baai uit aan de andere kant van het eiland, waar het lekker pootje baden is. Helaas ligt er verderop een hele vuilnishoop, waarschijnlijk afkomstig van recreanten. Wat is het toch jammer dat veel mensen niet de moeite nemen om hun troep achter zich op te ruimen. In het dorpje Trizonia bestelt Erik brood voor de volgende dag en kan hij het internetwachtwoord van een hotel ontfutselen. Erik is meteen de hele avond aan het computeren.

De volgende dag halen we het brood op in de plaatselijke supermarkt (waar de prijzen voor simpele dingen zoals water overigens schrikbarend zijn) en drinken we een kop koffie. We hebben niet goed gekeken bij welk tentje we zijn gaan zitten en we krijgen tot onze grote schrik instantkoffie … Donderdag 16 juli 2009 begint dus niet zo goed en dat zet zich een beetje voort. We maken achteraf het verkeerde besluit om nog verder oostswaarts te varen naar het plaatsje Galxidhi. Omdat het windstil is, is het erg warm in dit plaatsje en we liggen aan een kade waar een weg en restaurantjes aan zitten (dus veel lawaai). We kijken rond of we een eventueel een scooter kunnen huren, om de volgende dag naar de ruïnes van Delphi te gaan. We kunnen geen verhuurbedrijf vinden, noch een busstop in de nabijheid van de haven. Vrijdag 17 juli 2009 kijken we ’s ochtends nog even naar de windvoorspelling voor de komende dagen. Er wordt windkracht 6 in de Golf van Korinthe verwacht op zaterdag. Aangezien we hier niet verwaaid willen komen te liggen, besluiten we om onze plannen om door te varen naar Itea om vanuit daar naar Delphi te gaan, acuut te laten voor wat het is en direct rechtsomkeer te gaan. Het is immers nu nog windstil. We willen weer terug naar Missalonghi omdat we daar prettig hebben gelegen. De tocht verloopt voorspoedig: in acht uur varen we de 48 mijl terug op de motor. Zaterdag 18 juli 2009 gaan we op de fiets naar de Lidl. Van de Duitsers die we vorige keer hadden ontmoet in Missalonghi, hadden we gehoord dat deze supermarkt er zou moeten zijn. De vorige keer konden we ‘m echter niet vinden. Nu wagen we een nieuwe poging en gaan op zoek. De Lidl blijkt een aantal kilometers buiten de stad te liggen, voorbij het ziekenhuis en dan nog een stuk de nationale route volgen. Na deze conditietraining heen en terug, hebben we wel weer wat producten aan boord, waar we weer even mee voort kunnen. Erik constateert ’s middags dat het netbook het niet meer doet en daarom pakken we in de loop van de middag wederom de fiets om naar een internetcafé in de stad te gaan. We komen terecht in een leuke, moderne tent met … airco!

Vandaag zondag 19 juli 2009 willen we terugvaren naar het Ionisch gebied en wel het eiland Cephalonia, dat ten westen en zuiden van Ithaka ligt. Er staat een lekker windje en we kunnen het hele stuk zeilend afleggen. Het plaatsje Poros lijkt ons bij nader inzien toch niet geschikt om aan te meren (te veel ferries, je kunt er niet voor anker en te sterke wind). Ook de baai in het zuiden, ormos Katelios, is gezien de wind die sterk is toegenomen niet geschikt om te ankeren. Dus … door naar het zuidelijker gelegen eiland Zakinthos. Tussen de eilanden neemt de wind dermate toe dat we opeens met voltuig in een windkracht 7 Beaufort verzeild raken. Dan toch maar de fok inrollen, wat gelukkig goed gaat (ondanks de lijnen die verstrengeld zijn geraakt). Voor het reven van het grootzeil staat teveel wind, dus dat lukt niet. Vlak voor het aanvaren van de meest noordelijke baai op Zakinthos, Ormos ay Nikolaos bij Skinari, moeten we toch het grootzeil binnen zien te krijgen. Erik gaat in zijn zwemvest naar voren en ik zit in de kuip om de lijn te laten vieren. In eerste instantie blijft het grootzeil door de harde wind vastzitten, maar door nog wat meer op te loeven lukt het Erik toch om het zeil binnen te halen. Het binnenvaren van de noordelijke kant van de baai is ook opletten geblazen, omdat er een rif voorligt. Gelukkig is deze gemarkeerd door betonblokken en valt dat reuze mee. Op dit moment liggen we voor anker in de baai en giert de wind nog steeds om onze oren. We liggen in ieder geval veilig, het anker krabt niet (dat heeft Erik met zijn snorkeluitrusting nog gecheckt), dus we wachten het rustig af. Overigens heeft wind één voordeel: we hebben het niet zo warm als de afgelopen dagen!

woensdag 15 juli 2009

Golf van Patras

Zondag 12 juli 2009 zitten we de hele dag op het water. We zijn op weg naar de stad Missalonghi/Messolonghi/Mesolongion (plaatsen zijn vaak op meerdere manieren aangeduid), aan het begin van de Golf van Patras op het vaste land van Griekenland. Deze tocht van 35 mijl kunnen we helemaal op de Genua (fok) varen, omdat de wind (ca. 4 tot 6 Beaufort) schuin van achteren komt. We hebben wel wat deining i.v.m. de golven, maar we kunnen onderweg toch nog wat lezen. De Golf van Patras scheidt het vaste land van Griekenland met de Peloponnesos en we zien het landschap wat vlakker worden. Wanneer we Missalonghi naderen, horen we via de marifoon van een Engelse boot die een eind voor ons voer, dat deze boot is vastgelopen in het kanaal dat naar de stad leidt. Dat belooft wat! Gelukkig blijkt het allemaal mee te vallen, de Engelse boot is al snel weer losgetrokken en wij varen zonder problemen door het kanaal dat in het midden zo’n 6 meter diep is en is uitgegraven in een zoutvlakte. Wat opvalt zijn huisjes die op een soort lagunes in het water staan, dit blijken vissershuisjes te zijn, waarvan sommigen tegenwoordig als vakantiewoningen dienen. Het doet bijna een beetje Zuid-Amerikaans aan (niet dat ik daar geweest ben, maar zo stel ik me dat voor). Er staat een fikse wind wanneer we de havenkom invaren, te veel wind om makkelijk langszij (zoals de meeste boten liggen) aan te meren. We gaan voor anker in de hoop dat de wind afneemt en we bekijken de situatie aan wal. Erik ziet opeens een stukje kade, waarbij hij de boot tegen de wind in kan leggen en waardoor de aanmeermanoeuvre makkelijker zou zijn. We brengen alle stootwillen naar één kant en Fre staat in de aanslag met de landvasten. Gelukkig krijgen we weer hulp vanaf wal en liggen we even later veilig en wel aangemeerd. Messalonghi marina blijkt in aanbouw te zijn en een Grieks-Nederlands management te hebben. We worden uitvoerig geïnformeerd door meneer Angelopoulos, de Griekse manager. Hij hoopt binnen negen jaar een renderende haven te hebben en mensen zover te zien krijgen dat ze hun boot hier in de winter op de wal willen zetten. De haven doet nog erg kaal aan. Hij is druk bezig met het opbouwen van alle faciliteiten. Omdat deze er nog niet zijn, hoeven we geen havengeld te betalen. Later blijkt er toch één waterkraan te zijn en één elektriciteitspunt, waar we natuurlijk direct gebruik van maken. ’s Avonds maken we een wandeling naar het stadje. We merken dat deze stad een stuk moderner aandoet en er veel meer jeugd rondloopt, in vergelijking met het leven op de eilanden. De volgende ochtend raakt Erik in gesprek met een ouder echtpaar op een Duitse boot, die bij ons in de buurt aanmeert. Zij komen al 15 jaar in dit gebied en geven ons tips over de omgeving. Erik op zijn beurt geeft hen tips voor het onderhoud van de boot (hij is tenslotte de poetsexpert!) en helpt hen met hun laptop. Inmiddels is het eigenlijk te laat om naar het volgende stadje te varen en blijkt dat we hier uitstekend bootschappen kunnen doen (op de vouwfiets) en bootklussen kunnen doen. We blijven dus nog een nachtje. Aan het begin van de avond komt Wim, een Nederlander die de wereld rond is geweest met zijn vrouw Anneke) naar onze boot om gedag te zeggen. We raken in gesprek en gaan later die avond nog een wijntje op hun mooie boot Azzuro, bij ze drinken.

Nisos (eiland) Ithaka

Zoals eerder vermeld, hebben we de afgelopen dagen flink zitten dubben over de vraag: ‘Hoe verder?’. Het meest ambitieuze plan dat we hebben is om ‘een rondje’ te varen naar Kreta en weer terug (ten westen van Peloponnesos afzakken en via de Cycladen en het kanaal van Corinthe weer terug naar de Ionische eilanden). Het zou enorm leuk zijn om Salila, mijn oude ‘bazin’ daar op te zoeken. Een ander alternatief is om in het gebied van de Ionische eilanden te blijven en daar bezoek dat wilde komen, te ontvangen. Kreta lijkt ons bij nader inzien toch te ver: met name om weer terug te komen, zullen we tegen de heersende winden en stromingen in moeten gaan, in combinatie met de warmte zien we dat niet meer zitten. Ik vind het wel heel erg jammer om het bezoek op Kreta af te moeten zeggen.: sorry Salila! Het tweede alternatief valt ook een beetje in het water: het boeken van een goedkope vlucht op Preveza mislukt, waardoor familie van Erik niet kan komen. Het is raar, maar we lijken ook een beetje verzadigd te zijn. We hebben al zoveel gezien, dat we minder gedreven zijn om nog heel veel meer te gaan ondernemen. Misschien ook omdat gezien de warmte het tempo een stuk lager ligt. Uiteindelijk besluiten we om via de Ionische eilanden nog een klein stukje de Golf van Patras in te varen (richting het kanaal van Corinthe) en dan via Zakinthos langzamerhand de terugreis naar Zuid-Frankrijk in te gaan zetten. Op de terugreis staat in augustus nog bezoek van Wouter (broer van Fre) en Ingrid gepland, die heel flexibel zijn, en indien mogelijk zeilen de ouders van Erik in september nog een stukje mee. Al met al een hoop gepuzzel, maar het geeft ons wel wat rust, nu we keuzes hebben gemaakt. Vrijdag 10 juli 2009 zakken we af naar het eiland Ithaka, dat op zo’n 20 mijl ten zuiden van het eiland Meganissi ligt. Er staat een lekker windje, met soms uitschieters (gusts) naar windkracht 7 Beaufort. De enige geschikte plaats om met deze wind naar toe te gaan is de stad Vathi. Buiten de stad ligt een havenkom waar we met genoeg ruimte tussen twee Engelse boten kunnen ankeren in de laag. Zoals meestal het geval is, schieten mensen toe om te helpen met het opvangen van de landvasten. Aangezien de ‘gusts’ de hele middag aanhouden, is het zaak om de boot in de gaten te houden, bijvoorbeeld of het anker het houdt. Indien dat niet het geval is, zou met de wind van voren, de boot tegen de achterkant van de kade knallen. Ondanks een stootwil die achterop zit, zou dat niet fijn zijn. Erik merkt dat hij te weinig ankerketting heeft uitgegooid, dus we moeten de hele manoeuvre opnieuw doen. Gelukkig is de timing nu perfect: genoeg lijn, achterkant ver genoeg van de kade, en het nieuwe Delta-anker houdt het uitstekend. Bij de haven zelf is erg rustig: er zitten een paar restaurantjes. In de Vaarwijzer lezen we dat Bush er een keer langs gewandeld is, wat toen een enorme commotie gaf. Een weg met platanen, waarvan de schors er door de valwinden van af is gevallen, leidt naar het stadje Vathi. Ondanks dat deze plaats vrij nieuw is (opgebouwd na een aardbeving in 1953), is het een aardig stadje. De volgende dag willen we een scooter huren om het eiland te verkennen en wellicht iets van Odysseus en dus Homeros terug te vinden (alhoewel dit omstreden is), maar we hebben de pech dat de laatste scooters vergeven zijn aan een groep luidruchtige Zwitsers die gisterenavond onze rust kwamen verstoren, door naast ons in de haven te gaan liggen. Balen dat we te laat zijn, maar we denken dat het dan zo moet zijn en ons een ongeluk bespaard is gebleven. We besluiten om door te varen naar Kioni, een plaatsje op het noordelijk deel van Ithaka. We komen er vroeg in de middag aan en met enige moeite lukt het ons om aan te meren, want er staat wederom een sterke wind. De hele dag, zien we boten binnenkomen en worstelen met deze wind, leuk om gade te slaan als je zelf veilig en wel in de haven ligt! Het dorpje zelf is erg klein, toeristisch, maar wel gezellig.

Nisos (eiland) Meganisi

Dinsdag 7 juli 2009 verlaten we Tranquil Bay bij Nidri op Lefkas (het water is hier inderdaad heel erg rustig, dus we kunnen lekker slapen). Daar zijn we de Äventyr, Chica en Kishorn weer tegengekomen. Die avond zijn we uitgenodigd voor de barbecue door Annette van de Äventyr die jarig is. Ze wil haar verjaardag vieren op een strandje op het eiland Meganisi, dat onder het eiland Lefkas ligt. Lesley en Trevor van de Kishorn varen ’s middags als eerste uit en doen vooronderzoek naar een geschikte baai waar vijf boten kunnen liggen en waar een strandje is. Eén boot, de Yucatan, die wij nog niet kennen, zal zich nog bij het gezelschap voegen; zij komen rechtstreeks uit Crotone overgevaren. Via de marifoon houden Lesley en Trevor van de Kishorn contact met de andere boten en inderdaad hebben zij een prachtige plek gevonden op Meganisi, namelijk de baai van Atheni. Het is hier wel opletten geblazen, want midden in deze baai ligt een rif, dat onder het wateroppervlak ligt. Je kunt hier ook niet voor anker op de gewone manier. Het aanmeren gebeurt door achteruit te varen, het anker te laten vallen en één lijn achter uit te zetten naar de (rotsachtige) wal. Trevor komt er met zijn dinghy al aangeracet en zorgt ervoor dat de lijn achter om een rotspartij vast komt te zitten. Op deze manier kunnen we niet gaan gieren (= achter het anker draaien). Dus wederom op een andere wijze aangemeerd! Aangezien het erg warm is, is het eerste wat we doen een plons in het water nemen. Erik zwemt met Lesley en Trevor naar het rif toe en staat er zelfs even op, wat een komisch gezicht is zo midden in het water. ’s Avonds genieten we van de barbecue: lekker en gezellig om bij te praten. De volgende dag vertrekken de andere boten richting Lefkasstad. Wij kiezen er voor om nog even van deze mooie baai te genieten. We maken ’s middags een wandeling naar Port Atherinos, dat verderop ligt. Het blijkt een aardig, klein haventje te zijn met stroom- en watervoorzieningen. Aangezien de accu’s dringend weer eens volledig bijgeladen moeten worden, verplaatsen we ons in de loop van de dag naar deze haven. Je blijkt een token voor elektriciteit te kunnen kopen voor zeven euro. Daarnaast blijken we ook gratis internet te kunnen ontvangen: zoiets komt niet vaak voor en komt goed uit omdat we een aantal dingen willen uitzoeken op internet. We hebben het zo naar ons zin, dat we besluiten nog een nacht te blijven liggen. We halen de fietsen uit de bakskisten en fietsen naar het dorpje Spartakhori. We krijgen een dejavu met onze fietstocht op Sardinië, want het eerste gedeelte van onze fietstocht is voornamelijk heuvel op. Het is evengoed geen straf om in dit mooie, groene, heuvelachtige landschap rond te fietsen. In Spartakhori worden we voor onze inspanningen beloond: in het boven een baai gelegen dorpje, vinden we een schaduwrijk, rustig terras, dat een prachtig uitzicht heeft op het water.

maandag 6 juli 2009

Lefkas

Zaterdag 4 juli 2009 bevinden we ons de hele dag op het water. Er staat net genoeg wind om te kunnen zeilen, wat lekker is bij deze warme temperaturen. We zijn op weg naar het eiland Lefkas, ten zuiden van Paxos en het kleinere eilandje Anti-Paxos. Bij het wegvaren uit de baai van Lakka blijkt de Raymarine plotter (elektronische navigatie) geen detailgegevens te tonen, waardoor Fre even niet lekker in de boot zit (ze heeft namelijk in de nieuwe pilot gelezen dat er een rif ligt langs de kust waar we nu varen…). Soms is teveel informatie ook niet handig, want er gebeurt niets en ook de plotter doet het na enige tijd weer, maar het is evengoed geen leuk idee dat we niet kunnen vertrouwen op de Raymarine. We hebben nu wel gemerkt dat je de plotter beter niet vanaf het paneel binnen kunt uitschakelen, maar eerst buiten moet uitzetten. Hopelijk is het probleem hiermee opgelost.

In de namiddag naderen we het Lefkas-kanaal, dat de Ionische zee met de Thalassa Ekhinadon verbindt. Het 6 kilometer lange kanaal is uitgegraven in een zoutvlakte. Vanuit zee ga je eigenlijk direct via een landtong en een brug het kanaal in. De brug gaat om het hele uur open, dus je moet goed timen om te voorkomen dat je op zee rondjes blijft varen. Om 18.00 uur varen we met vier andere boten het kanaal in en moeten daar toch nog even een minuut of tien wachten, want de brug gaat namelijk niet op tijd open! Er is gelukkig genoeg ruimte om als de brug open gaat, naast het uitgaande scheepsverkeer, het kanaal in te kunnen varen. We kijken of we bij Lefkasstad aan de kade willen liggen, maar daar zien we geen plek die vrij is en er loopt ook een drukke verkeersweg. We besluiten om door te varen, totdat we een geschikte aanmeer- of ankerplek tegenkomen. Op een gegeven moment ziet Erik ten noorden van de plaats Nidri, een nieuw uitziende kade waar slechts drie zeilboten liggen: de perfecte kans om eindelijk eens te oefenen met het ankeren in de laag. Zo gezegd, zo gedaan: Erik vaart achteruit, laat het anker vallen (elektrisch te bedienen) en laat het vieren totdat we bijna bij de kade zijn, daar springt Fre bijna in een spagaat naar de wal (er waren op dat moment geen andere mensen die de lijnen konden aannemen), en voila, we liggen. Weer een overwinning op aanmeergebied! Het enige probleem is dat we nog geen loopplank hebben. Lastig, want nu moeten we de landvasten aantrekken, willen we van en op de boot stappen. Dat weerhoudt ons er echter niet van om ’s avonds de omgeving te verkennen. We liggen niet echt in een dorp, maar aan een weg die naar de plaats Nidri leidt. Aan deze weg zitten appartementjes en restaurantjes. Opeens komt Erik erachter dat hij hier in 2001 in een appartementje heeft gezeten. Hoe toevallig! Even later strijken we neer bij een restaurantje aan het strand. Mooi om deze zeildag af te sluiten met lekker Grieks eten. De volgende dag lost het probleem van de ontbrekende loopplank zich vanzelf op. We blijken namen aan een kade te liggen waar ook Engelse charterschepen komen aanmeren. Erik raakt in gesprek met de manager, die prompt een loopplank regelt bij zijn mannetje. En inderdaad … twee uur later zijn we een loopplank voor slechts 20 euro rijker!

De twee daaropvolgende dagen blijven we in de buurt van Nidri. Op zondag liggen we voor anker bij het eiland Skorpios dat van de familie Onassis is. We zien mooi onderhouden tuinen en wegen op het eiland lopen. Het jacht ‘Cristina’ ligt echter niet aan de enorm mooring die daarvoor bedoeld is. Waar dat gebleven is weten we niet. Nidri zelf is een zeer toeristisch, chaotisch dorp. Ook bezinnen we ons op de vraag: ‘Hoe verder?’ Hierover later meer.

Corfu, zuidoostkust en Paxos, noordoostkust

Donderdag 2 juli 2009 verlaten we Gouvia baai om via een tussenstop in Corfustad naar Petriti te varen. De oude haven en de stadshaven van Corfu lijken ons niet geschikt om aan te meren (we onderzoeken dit nog wel van dichtbij, maar het blijkt weer een ongelijkmatige krappe kade te betreffen), dus we varen de ´hoek´om en gaan voor anker aan de zuidkant van een vesting. Bij de jachthaven van Naox kunnen we de bijboot aanmeren en lopen we zo de stad in. Corfustad blijkt boven verwachting een aardige stad te zijn, met o.a. een groen park, pleinen en winkelstraten waar Fre een short koopt en we een kop koffie drinken. Twee uur rondlopen in een warme stad vinden we wel weer genoeg en we gaan terug naar de boot. We zeilen op het gemak naar Petriti waar we om ca. 17.30 voor anker gaan. Petriti is een klein dorpje waar je nog echt iets terugziet van het authentieke Griekse leven: twee oude mensen die een bonte verzameling speelgoed op kraampjes langs straat verkopen, een varken dat aan het spit hangt etc. Helaas hebben we ’s avonds veel last van deining van binnenkomende golven, maar dat wordt gelukkig ’s nachts wat minder.

Van Petriti op Corfu is het niet ver naar Paxos, het eiland ten zuiden van Corfu, waar we de volgende dag naar toe willen. Tussen deze eilanden trekt de wind flink aan tot zo’n windkracht 5 B, dus een lekker zeilweertje! Als we de beschut gelegen baai van Lakka invaren is die wind geheel weg en is het meteen weer snikheet, dus snel het water in. We zijn overigens niet de enigen die in deze (grote) baai liggen. We tellen op een gegeven moment minstens 26 schepen. Aan het einde van de dag gaan we aan wal bij het kleine dorpje om een wandeling te maken. Dat blijkt daar uitstekend te kunnen. We maken een mooie wandeling naar de vuurtoren en andere kant van de baai door mooie naaldbossen, olijfbossen en in bloei staande bloemen. Ook zien we veel poesjes in alle soorten en maten, die loom op muurtjes liggen. Eenmaal terug in het dorp drinken we een drankje op een terras met uitzicht op de baai. Daar zien we dat een grote Duitse zeilboot begint te krabben en gevaarlijk dicht naar de ondiepte bij het dorp begint af te drijven. De eigenaren van de boot hadden we eerder van boord zien gaan. Gelukkig kunnen ze net op tijd getraceerd worden en racen ze met hun bijboot terug om vervolgens hun boot in veiligheid te brengen. Het leven op het water valt soms niet mee, zeker niet als je het ankeren niet beheerst, zoals de schipper van een andere boot. ’s Middags hadden we deze man al twee uur lang zien proberen te ankeren, met veel geschreeuw naar zijn bemanning. Keer op keer gooide hij het anker uit op verschillende plaatsen in de baai. Met veel motorgeweld gingen ze steeds achteruit waarbij de ankerketting vervaarlijk met een hoop gekraak onder spanning kwam te staan. Heel hilarisch om vanuit onze kuip gade te slaan. Dan liggen ze eindelijk, maar worden we ’s nachts om half drie wakker van zijn geschreeuw en lag hij er ’s ochtends niet meer. Later zagen we hem in de haven van Lefkas liggen aan een mooringlijn, dat was misschien toch beter te doen voor hem!

woensdag 1 juli 2009

Griekenland, Corfu: oostkust

We hebben (voor ons gevoel) twee drukke dagen achter de rug (hoe druk kun je het hier hebben?!) Maandag 29 juni 2009 varen we in de middag weg vanuit de baai bij Stefanos. Erik is vlak daarvoor in de baai van Stefanos , samen met twee andere dinghy’s, nog druk geweest met het tegenhouden van een krabbende motorboot waarvan de eigenaar niet aan boord was. Omdat deze boot niet goed geankerd had, raakte het anker los en ging de boot op drift. Na enige tijd kwam de eigenaar eraan (ondertussen was de boot op open water geraakt). Wel jammer dat er niet even een bedankje van af kon, maar gelukkig liep het goed af. Terwijl we de kust afvaren op zoek naar een andere baai, zien we één van de drie grootste privé zeiljachten aankomen zeilen, namelijk de Maltese Falcon. Erik haalt meteen het tijdschrift Zeilen erbij, waar toevallig een artikel over deze boot in staat. De zeilvoering van deze boot is inderdaad een indrukwekkend gezicht. Erik maakt er een filmpje van met zijn camera.

Aangezien we geen geschikte baaien meer tegenkomen waar we de nacht zouden kunnen doorbrengen, varen we door naar Gouvia Marina, dat 4 mijl ten noordwesten van Corfustad ligt. Buiten de haven tanken we diesel en water (pas na enig aandringen is dit toegestaan) en informeren naar de prijs van de haven. Deze blijkt nogal prijzig te zijn en aangezien het is al een uur of vijf ’s in de middag is, loont dat dan niet meer optimaal. We willen buiten de haven in de baai Ormos Gouvion voor anker gaan liggen. Tot onze verrassing zien we daar de Äventyr (in Sicilië leren kennen) en de Kishorn (in Sardinië leren kennen, degene die ons de ‘bumpy ride’ vraag stelde) weer liggen. Bert en Annette nodigen ons meteen uit , want ze zijn net met de Engelsen Lesley en Trevor aan ‘a cup of thee’ begonnen. Gezellig om elkaars avonturen te horen! De Äventyr en Kishorn hebben noodweer (onweer en hevige regenbuien) tijdens de oversteek en aan de westkust van Corfu gehad, terwijl wij dat alleen in de verte voorbij hebben zien komen.

De volgende dag komen de boten bij ons op de koffie en ook de Chica voegt zich bij ons (Nederlandse boot die we ook kennen uit Sardinië, die optrekt met de Kishorn en de nacht in de haven van Gouvia Marina heeft doorgebracht. Aangezien wij ’s ochtends hebben besloten om toch een nacht in deze haven te gaan liggen, kunnen ze ons nuttige tips geven, o.a. waar je de was kan doen, de supermarkten en bootwinkels zijn. Omdat we optimaal gebruik van de haven willen maken en veel willen doen, varen we om 14.00 uur de haven in (je kunt er van 14.00 uur tot 14.00 uur de volgende dag liggen). In de haven van Gouvia komen we Snörp, de Duitse boot van Jürgen en Sabina weer tegen. Van afspreken komt er niet meer van, omdat zowel zij als wij te druk zijn, maar het is leuk om op de steiger even bij te praten. Zij lagen ook in de haven van Roccella Ionica in Italië. We komen steeds vaker boten tegen die we kennen of eerder gezien hebben.

Gouvia Marina is de mooiste haven waar we tot nu toe gelegen hebben, met veel goede faciliteiten en zelfs een mooi zwembad (geen tijd gehad om te gaan zwemmen). Voor het eerst laten we de was (wel 20 kg)) doen, een luxegevoel om drie uur later lakens, handdoeken en noem maar op, schoon en opgevouwen terug te krijgen! Buiten de haven, in het aangrenzende dorpje Kondokali, bevinden zich diverse bootwinkels. We gaan er op onze vouwfietsen (eindelijk kunnen we ze weer eens gebruiken!) naar toe. Eer koopt kit (in Italië was dit een ramp om hier aan te komen). Fre is heel blij met een pilot die ze kan kopen van de Griekse wateren (De Nederlandse Vaarwijzer Griekenland is teveel op flottieljes gericht). Ook kopen we een nieuw anker. Het CQR-anker dat we hebben, heeft de neiging om op één kant te vallen en in bodems met zeegras, graaft het zich niet goed in. Het Delta-anker dat we nu hebben gekocht, zou zich beter moeten ingraven. Het anker wordt ’s avonds keurig op de steiger afgeleverd (tezamen met de ankerketting die Jurgen, die een paar boten verderop ligt, heeft gekocht). Verder informeren we bij twee winkels naar de prijs van een bimini. We merken dat het nu overdag zo warm is, dat het in de kuip bijna niet meer uit te houden is. Het teakdek warmt zodanig op in de zon, dat je er bijna niet op blote voeten overheen kunt lopen. Eén man komt ’s avonds de boel nog opmeten en we overwegen nog om een prefab bimini te kopen (een goedkope aluminium constructie). Om een lang verhaal kort te maken: de eerste optie vinden we te duur en een te drastische aanpassing van de boot. De prefab bimini , die we de volgende ochtend onder voorbehoud kopen, blijkt niet te passen en onhandig te zijn, dus die gaat weer terug. We houden het dus bij onze zonnetent die we al hebben, maar die je niet tijdens het zeilen kunt gebruiken. We fietsen nog even naar een soort praxis, in de veronderstelling dat ze daar misschien planken verkopen om een loopplank van te maken, maar dat hebben ze niet. Wel koopt Erik daar een stang, waarmee we een betere constructie voor onze zonnetent, kunnen maken. Nu zit deze hoger en kunnen we er makkelijker onderdoor kijken. Na ook nog boodschappen gedaan te hebben, varen we om precies 14.00 uur de haven uit naar de aangrenzende baai Ormos Gouvion om het daar weer wat rustiger aan te doen.

Ps. Terwijl we dit schrijven in het donker in de kuip, wordt er mooi vuurwerk ontstoken bij een hotel. Erik besluit prompt om het flesje champagne die we van vriendin A. hebben gekregen (waarvoordank), open te maken, we hebben tenslotte Griekenland bereikt en dat mag gevierd worden!

Griekenland, Corfu: noordoostkust

Het laatste weekend van juni doen we het rustig aan. We zwemmen in onze rustige ‘bounty’ baai (Ormos Vourlias) en maken een prachtige wandeling (olijfbomen, cipressen, oleanders, veldbloemen) naar het zeer toeristische dorpje Kassiopi, wat voornamelijk door Engelsen bevolkt wordt. Wat ons opvalt, is dat Corfu heel groen is (wat niet verwonderlijk is want beide dagen hebben we ’s ochtends vroeg wat regen) en het heel verzorgd aandoet. Frederiek vindt Corfu het mooiste eiland dat ze tot nu toe gezien heeft. Het is overigens wel apart dat Albanie relatief dichtbij aan de overkant ligt en meteen ook heel anders oogt (kaler, minder groen, blokkenhuizen). Verder valt op dat de Grieken goed Engels spreken, vriendelijk zijn en er voldoende cafés met internetvoorzieningen zijn: een verademing na Sardinië en Sicilië. In Kassiopi bekijken we de zeer kleine haven. Er liggen een paar boten aan een kade die geankerd zijn in de laag, maar het ziet er uit als een hachelijke onderneming omdat we wederom uitstekende steenmassa onder water bij de kade zien. Ook kunnen we eindelijk weer eens een Nederlandse krant kopen (weekendeditie van de Telegraaf), waarin we het nieuws van de dood van Michael Jackson lezen (arme man, toch een icoon, we zijn met zijn muziek opgegroeid). Zaterdagavond gaan we uit eten in onze rustige baai, waar twee restaurants zitten. We meren met de bijboot aan bij het steigertje van het restaurant, waar de ober ons tegemoet komt om te helpen. Met uitzicht op bijboot en onze Intermezzo, genieten we van de Tzatziki en moussaka. Een locatie en moment dat we niet snel zullen vergeten! De muggen die af en toe op onze benen willen gaan zitten, nemen we voor lief.

Ook zondag relaxen we in onze baai en verplaatsen we ons i.v.m. de wind, in de loop van de dag naar een andere mooie baai om de hoek bij het piepkleine dorpje Stefanos. Daar maken we ook een mooie wandeling (we zien een slang, een poesje loopt met ons mee en we constateren dat olijfbomen gaten in de stam hebben) . We hebben wel behoefte aan even tijd voor onszelf, want zowel Erik als ik hebben last van reismoeheid (gehad). Ondergetekende had er in Sicilië last van, maar is daar nu overheen en bij Erik speelt het bij aankomst op Corfu een beetje op. Het doel om Griekenland te halen is bereikt en nu? Het vergt inspanning om je te verdiepen in weer een nieuw eiland. Het zoeken (waar naartoe, waar liggen, etc.), dingen bekijken en de warmte breken ons soms op. Daarbij is Fre soms angstig tijdens het zeilen (het aanmeren blijft iets dat ik als noodzakelijk kwaad beschouw en hier op Corfu zijn aanzienlijk meer rotspartijen en ondieptes te bespeuren). Ik heb steun gehad aan een passage uit het boek van Paul Theroux ‘ Zuilen van Hercules’ (en aan de smsjes van twee vriendinnen, dank jullie wel K en E!). Hij schrijft:

‘Terwijl ik de helling afliep naar de bus, begon ik me ongerust te maken over mijn reis. Misschien kwam het doordat ik zoveel kusten had gezien en door de gedachte dat ik nu bijna twee maanden onderweg was en waar was ik helemaal? Zoals ik daar liep over een stoffig pad op Sicilië, voelde ik me heel klein, overweldigd door alles wat nog vóór me lag: Italië, Griekenland ... Maar toen herinnerde ik me dat ik tijd in overvloed had. Ik had geen baan, geen inlevertermijn, er was niets anders, en ik herinnerde mezelf aan de reden waarom ik hierheen was gekomen: om spaghetti te eten en te praten met mensen en in de eerste plaats om nu Cefalù te zien’.

Dit is precies zoals ik me na twee maanden voelde (en toen toevallig ook op Sicilie zat). Ik merk nu ik hierdoor heen ben, dat ik meer kan genieten van alle mooie momenten tijdens deze reis en dat de dagen voorbij vliegen. Het is toch fantastisch en een luxe om er in het midden van ons werkende leven, een half jaar tussenuit te zijn!