dinsdag 8 september 2009

Weer terug!

Dinsdag 8 september 2009 varen we uit onze krappe ligplaats in Cassis zonder brokken weg en maken we ons op voor de laatste mijlen van onze reis. Na zo´n 35 mijl komen we weer aan in de haven van waaruit we vijf maanden geleden vertrokken zijn, namelijk Port Napoleon bij het plaatsje Port Saint Louis. Er heerst een rustige sfeer in de haven en het voelt vertrouwd aan.

We blikken samen terug. De afgelopen vijf maanden hebben we naar schatting 3000 mijl afgelegd. Hiervan is ongeveer 2/3 op de motor afgelegd (met name op de terugweg). Voor het echte zeilen moet je dus niet op de Middellandse zee gaan varen! We hebben in het algemeen te weinig wind gehad, minder dan 3 Beaufort, of er stond heel veel wind. We hebben het vooral in juli en augustus erg heet gehad in Griekenland. Een bezoek in juni of september lijkt ons beter te doen. Erik vond Sicilië een hoogtepunt van de reis. Frederiek draagt met name Corsica, Corfu en Elba een warm hart toe. We zijn in het diepe gesprongen door met een voor ons nieuwe boot te gaan varen. Dit heeft in het begin de nodige stress gegeven, maar we zijn er trots op dat we zonder schade weer zijn teruggekomen. Een boegschroef hebben we soms gemist, omdat de boot wat moeizaam manoeuvreert. De boot, een Bavaria Ocean 38, is ons verder goed bevallen. Het comfort, de motor en zeileigenschappen zijn helemaal top. De boot kan tegen een stootje en is zeer zeewaardig gebleken.

Frederiek heeft zich bewezen dat ze zeebenen heeft. Verder vond ze het leuk om in de kombuis te kokkerellen en de reisbestemmingen uit de stippelen. Ze heeft met name genoten van alle geneugten die het zeilen met zich meebrengt zoals de leuke havens en plaatsjes, het gezellig samenzijn met Erik, de logees aan boord, het ontmoeten van andere mensen, de frisse lucht, de natuur, de vrijheid etc. Verder is ze er achter gekomen dat ze niet een supergetalenteerde zeilster is. Het aanmeren en ‘zeiltechnische handelingen’ liggen haar niet en bezorgen haar soms enige stress.

Erik is heel blij dat hij zijn doel heeft bereikt, namelijk het bereiken van Griekenland. Hij heeft net als Fre genoten van de verschillende landen en bijzondere ontmoetingen met andere mensen. Hij is er achter gekomen dat hij het varen van lange afstanden minder leuk vindt. Dat vindt hij al snel saai. Verder had hij graag wat meer willen zeilen in plaats van motoren.

We realiseren ons dat dit een ‘once in a time’ ervaring is en zijn heel blij dat we dit hebben kunnen doen. Sommigen waren bang dat we elkaars hersens in zouden slaan, maar wees gerust dat is niet gebeurd, in tegendeel! (NB de enkele woorden die vielen hadden met het ‘zeiltechnische’ te maken).

Dit is het laatste epistel dat we schrijven op ons weblog. Hierbij willen wij iedereen bedanken die met ons heeft ‘meegezeild’ en meegeleefd! In 2010 komt de boot weer naar Nederland en dan zijn jullie van harte welkom om eens mee te varen. Voor nu hebben wij nog wat tijd nodig om de boot winterklaar te maken en op de wal te zetten in de haven van Port Napoleon. In de loop van september zijn wij weer terug in Nederland.

Tot ziens, au revoir, arrivederci, good bye, auf wiedersehen, yassas!

Frankrijk: Porquerolles en Cassis

In Cannes konden we helaas minder lang blijven dan we gehoopt hadden. De tentjes waarvan wij dachten dat die afgebroken werden, bleken juist opgebouwd te worden voor het ‘festival de plaisance’. Waarschijnlijk was dat ook de reden dat wij zo makkelijk een ligplaats in Port de Cannes (Vieux port) konden krijgen, omdat al veel boten met een vaste ligplaats weg waren. Evengoed hebben we een zalige dag in Cannes gehad, waar we lekker winkels hebben gekeken en van het uitzicht over de baai bij het kasteel genoten hebben. Na nog een paar boodschappen gedaan te hebben, vertrokken we zaterdag 5 september2009 om circa 11.00 uur. Onze volgende bestemming zou het eiland Porquerolles worden. Weinig wind, maar wel tegen en dan ook nog eens hoge golven van achteren, als gevolg van de harde wind van de afgelopen dagen. Niet echt leuk, maar gelukkig hielpen de antizeeziekpolsbandjes en aan het begin van de avond kwamen we aan in Porquerolles. Daar was nog weinig te merken van het naseizoen: het stikte er van de boten en de haven was vol. Het eiland leent zich heel goed voor vrij ankeren, dus we sloten ons aan bij een aantal andere boten die niet ver van de haven van Porquerolles voor anker lagen. Hier hadden we geen last van binnen rollende golven, maar wel van de golven die enkele voorbijkomende motorboten veroorzaakten. De volgende ochtend verhuisden we dan ook naar de haven, waar inmiddels weer een paar plaatsen vrijgekomen waren. ’s Middags gingen we in een lekker zonnetje wandelen op dit heerlijk groene eiland. De druiven stonden er mooi bij, maar er stonden wel minder planten in bloei dan toen we hier in mei waren. We realiseren ons dat dit onze laatste dagen zijn dat we zo vrij en onbekommerd kunnen rondstruinen…

Maandag 7 september 2009 varen we naar de op een na laatste bestemming van onze reis, namelijk het plaatsje Cassis. Zowaar hebben we geluk met de wind. De heersende wind (tegen) blijft uit en we kunnen voor de wind op zeil zo’n acht knopen snelheid maken. De zon schijnt, de kuststrook is mooi. Dan is zeilen wel weer leuk! Om een uur of vier komen we aan in Cassis. De haven blijkt veel kleiner dan we gedacht hebben. Erik breekt het zweet uit als we een plaats toegewezen krijgen die wel heel krap is. Hij roept dat hij nu toch echt een boegschroef wil. Vooralsnog fungeert de havenmeester als boegschroef, omdat hij vanuit zijn dinghy tegen de boeg duwt om de boot de krappe draaicirkel te kunnen laten maken. Fre staat weer paraat met een stootwil om onze eigen boot en de aangrenzende boten heel te houden. Chapeau voor de captain: de klus is weer heelhuids geklaard! Van het plaatsje Cassis hadden we iets meer verwacht. Het ligt mooi bij de Calanques, maar het is erg toeristisch.

vrijdag 4 september 2009

Frankrijk: Cannes

Gelukkig hebben we de nacht goed doorstaan, want donderdag 3 september 2009 hebben we aan het begin van de avond toch nog een poging ondernomen om ondanks de harde wind de haven van Cannes binnen te komen. We zagen het niet zitten om minstens twee dagen (gezien de weervoorspellingen) achter het anker te blijven gieren. De oversteek van onze ankerplek bij Ile Sainte Marguerite naar Cannes was gelukkig slechts 2 mijl. Eenmaal in de haven werd er niet gereageerd op onze marifoonoproep en daarom belde Fre maar weer het havenkantoor. De telefoniste kon ons geen ligplaats toewijzen omdat de havenmeester er niet meer was en verzocht ons aan een soort ‘noodsteiger’ te gaan liggen. Met enig kunst en vliegwerk lukte het ons om daar aan te meren en lagen we in ieder geval een stuk rustiger dan op onze vorige ankerplek. ’s Nachts werden we af en toe nog wel wakker van de gierende wind, maar we hebben toch redelijk kunnen slapen. Om 7.30 uur de volgende ochtend werden we uit onze kooi geroepen door de havenmeester die ons een ligplaats toewees en ons verzocht onmiddellijk te verkassen. We lagen namelijk aan een panton dat weggehaald zou worden omdat er een bootshow was geweest. Het was een hele kunst om met de boot weg te komen van de noodsteiger omdat we aan lager wal lagen en de wind de boot tegen de steiger aandrukte, maar gelukkig lukte de truc met de voorspring. Wat zijn wij blij met onze beschutte ligplaats in het centrum van Cannes en dat ook nog eens voor een redelijke prijs. Hier gaan we ons dan ook uitstekend vermaken, totdat de wind gaat liggen!

donderdag 3 september 2009

Terug naar Frankrijk

Op maandag 31 augustus 2009 nemen we aan het begin van de middag met enige spijt in ons hart afscheid van Elba. We hebben genoten van het relaxen in het dorpje Morcone aan de Golfo Stella. De geur van cederhout bij aflandige wind zal ons bijblijven. Elba vinden we zeker de moeite waard om nog eens terug te komen en dan uitgebreider te gaan bekijken. We hebben besloten dat we Italië laten voor wat het is en via de noordoostkust van Corsica, koers te zetten richting Frankrijk. ’s Middags vertrekken we dan ook naar Bastia op Corsica, een tocht van zo’n 40 mijl. Om 19.30 uur komen we aan in Port Toga. Bastia kent drie verschillende havens: een oude haven, een commerciële haven en Port Toga voor zowel vaste als passanten boten. Als we door een hele smalle haveningang de haven binnenvaren, gebaart de havenmeester dat we kunnen aanmeren op gelukkig een makkelijke aanmeerplek met mooringlijntje. Het gaat er relaxt toe en we zijn blij dat we eindelijk weer eens rustig liggen! ’s Avonds eten we op het haventerrein bij een leuk tentje en maken daarna een stadswandeling. Bastia is leuker dan we hadden verwacht en het valt ons op dat het onnoemelijk veel terrasjes heeft. De volgende ochtend zijn we druk in de weer met wat klusjes binnen en buiten de boot. Daarna doen we boodschappen bij de Géant die op loopafstand van de haven is; wat een keus in zo’n grote supermarkt, dat zijn we niet meer gewend. Eenmaal terug moeten we wederom een besluit nemen: varen we twee uur noordwaarts naar het plaatsje Maginaccio of blijven we nog een nachtje liggen? We maken het ons makkelijk en blijven nog een nachtje. Aan het eind van de middag gaan we nogmaals de stad in en koopt Erik eindelijk de nieuwe zonnebril waar hij al zo lang op zoek naar is. Hij begint steeds meer op een Italiaan te lijken!

In verband met de windvoorspelling willen we de oversteek naar Frankrijk van zo’n 120 mijl op woensdag 2 september 2009 maken. We vertrekken dan ook vroeg uit Bastia (om 6.00 uur) en varen richting de baai bij Villefranche die we goed kennen en waar we in het donker makkelijk kunnen ankeren. De overtocht verloopt voorspoedig, maar helaas wel helemaal op de motor omdat er geen wind is. Om 00.30 uur gaan we voor anker, ditmaal aan de andere kant van de baai, namelijk dichter bij het stadje Villefranche. We slapen de eerste uren goed totdat de wind draait en de golven die de baai binnenrollen daardoor dwars op de boot gaan kletsen. Niet lekker dus en dat zullen de andere mensen op de boten die daar voor anker lagen waarschijnlijk ook gedacht hebben. Na het ontbijt varen we dan ook direct naar de nabije haven Villefranche sur mer Darse. Het tankstation blijkt dicht te zijn en de haven ligt helemaal vol. Via de telefoon (op de marifoon wordt niet gereageerd), horen we dat er inderdaad geen plek is. We varen daarom door naar de haven Nice, waar we ook goede ervaringen mee hebben. Daar kunnen we wel tanken, maar helaas is de haven van Nice ook vol. Dat zet een dikke streep door onze plannen. We hadden namelijk in de omgeving van Nice de harde wind die voorspeld was, langs ons heen willen laten gaan en wilden een dagje naar Monaco. Dat gaat dus niet door en wat nu? Fre belt naar de haven van Cannes en daar is nog plek. Hemelsbreed ligt Cannes niet zo ver van Nice af (zo’n 13 mijl), maar het is inmiddels gaan waaien en we hebben de wind pal tegen. We gaan vol goede moed op pad, maar de wind lijkt steeds meer toe te nemen, tot 7 Beaufort. Hele bakken zeewater komen over de boeg en de buiskap heen. Erik krijgt tweemaal de volle lading en Fre de halve lading water over zich heen. We durven het niet aan om in Cannes bij deze wind aan te meren. We wijken noodgedwongen uit naar de Lérins eilanden die voor de kust van Cannes liggen. In de luwte voor het eiland Saint Margueritte proberen we in de vliegende wind te ankeren, wat pas bij de derde ankerpoging lukt. Fre moet even slikken dat we nu wéér niet rustig liggen, maar ja, op een zeilboot ben je nu eenmaal overgeleverd aan de elementen. Frederiek belt de haven van Cannes om de reservering te annuleren en hoort dat er morgen ook plek is. Terwijl ik dit schrijf liggen we te gieren achter het anker. Hopelijk gaat de wind snel weer liggen en kunnen we morgen toch de haven van Cannes in. Afwachten maar…

zondag 30 augustus 2009

Italië: Ischia, Ponza en Elba

Woensdag 26 augustus 2009 zetten we na getankt te hebben koers richting het eiland Capri. Dit is hét jetseteiland van Italië. Wanneer we er langs varen zien we vooral veel motorboten die in de deining liggen te schommelen. Dit doet ons besluiten om verder te varen naar het eiland Ischia. Na ca. 46 mijl gevaren te hebben gaan we voor anker in de baai bij Castello d’Ischia. We ankeren in verband met de wind eerst aan de zuidkant van een dam die van het stadje naar het kasteel loopt, vlak achter een mooringveld waar allemaal kleine bootjes liggen, te midden van met name andere motorboten en enkele zeilboten. Het blijkt geen ideale ankerplaats omdat er een enorme deining staat. We verplaatsen de boot naar de noordzijde van de dam en liggen daar wat rustiger, alhoewel het niet overhoudt. De volgende ochtend gaan we met de bijboot naar de wal. We meren aan bij het kasteel en lopen de dam over naar het dorpje. Dit blijkt heel aardig te zijn. Veel winkeltjes, waar we groente en zelfs een Nederlandse krant (het AD) kunnen kopen. Ook gaat Erik weer naar de kapper. Deze Italiaanse kapper is iets minder goed dan die in Cefalu, maar toch ziet Eer er weer pico bello uit! Fre zou eigenlijk ook naar de kapper moeten, maar durft het niet aan. Na nog een kop koffie gedronken te hebben, gaan we weer terug naar de boot. Het is erg warm en er staat geen wind, dus we motoren richting het eiland Ponza, dat wederom zo’n 60 mijl noordwaarts ligt. Aan het begin van de avond komen we daar aan. We constateren dat het hier helemaal stikt van de motorboten! Een minder leuke bijkomstigheid is dat deze motorboten en watertaxi’s hard tussen de voor anker liggende boten racen, wat een wederom een enorme deining geeft. Weer liggen we dus niet rustig. We maken zelfs een keer slagzij waarbij de spullen op het aanrecht in het rond vliegen. Daarbij komt dat Fre migraine heeft gekregen en ook de volgende dag daarmee voor pampus ligt. Erik probeert nog wat klussen te doen op de boot, maar dat is met de deining ook geen pretje. We overleggen wat we zullen doen: nog een bezoek aan Rome brengen of meteen door naar het eiland Elba? Gezien de warmte en het feit dat er weinig havens zijn in de buurt van Rome waar je de boot makkelijk kunt achterlaten, besluiten we om Rome over te slaan. We gaan dan ook de megasprong van zo’n 160 mijl naar Elba maken. We vertrekken meteen (16.45 uur), varen de hele nacht en dag door en komen om ca. 17.30 uur aan bij Elba. Gelukkig was de zee ’s nachts rustig en hebben we nog een stuk kunnen zeilen. Tegen de tijd dat we bij Elba zijn aangekomen, is het hoofd van Fre weer een beetje bijgetrokken. We gaan met het oog op de wind voor anker aan de westkust van Elba, in de baai bij Porto Azzurro. We hebben in tegenstelling met Ponza, een goed gevoel over dit eiland: het is er groen, wat koeler en een rustiger sfeer. Ook liggen we tussen onze zeilcollega’s in plaats van tussen motorboten. ’s Avonds in de kuip genieten we van de geslaagde overtocht en laten de omgeving op ons inwerken. Onze hoop op een rustige nacht wordt bruut verstoord, doordat om een uur of vier ’s ochtends de wind opeens is gedraaid en toegenomen is tot 5 Beaufort. De golven rollen regelrecht onze baai in. Wij en ook alle andere boten deinen vreselijk op de golven. Erik bekijkt via zijn mobiel de windvoorspellingen en om 7.00 uur ’s ochtends halen we spijtig genoeg het anker op en varen naar de zuidkant van het eiland. Het wordt een moeizame tocht vanwege de hoge golven. Het lijkt erop dat aan de westkust van Italie een storm woedt. We hebben marina di Campo op het oog, maar ook daar zouden we niet rustig liggen. Het wordt de baai van Stella mare, waar het vaarwater een stuk rustiger is. Zodra we er zeker van zijn dat het anker goed houdt, varen we met de bijboot naar wal. We zijn bij een heel prettig vakantieplaatsje ‘aangespoeld’, waar we bijkomen met koffie in een hotel met internet én ligstoelen. Heerlijk om eindelijk weer vaste wal onder onze voeten te hebben. De komende dagen zullen we afhankelijk van de weersvoorspellingen, bepalen hoe lang we kunnen blijven op Elba. Voor nu genieten we van de mooie baai, de verkoeling, het prachtige uitzicht en rust.

Italië: Pompeï en Napels

Maandag 24 augustus 2009 varen we bijtijds weg uit de baai bij Oligastro, want we willen aan het einde van de ochtend in Salerno zijn. Alleen in het midden van de Golf van Salerno staat wat wind en kunnen we even zeilen, voor de rest is het weer motoren. In Salerno worden we in Porto Nuovo geholpen met aanmeren door twee mannen van deze haven. Alles gaat heel relaxt: papieren?, niet nodig. Het liggeld is aan de prijs, maar gelukkig wel minder dan in Vibo Valentia. We zien het liggeld ook als een soort hotelgeld, omdat we Napels en Pompeï vanuit Salerno willen bezoeken en de boot hier veilig ligt. Na het aanmeren, gaan we al snel op pad. Van de havenmannen hebben we gehoord dat je een bus naar het treinstation kan nemen of een paar kilometer over de boulevard kan lopen. We besluiten om de bus eens uit te proberen. Hiervoor moet je, heel apart, een kaartje in een café kopen dat even buiten het haventerrein zit. We drinken hier meteen ook een heerlijke cappuchino. Eenmaal bij het treinstation aangekomen te zijn, blijkt dat het treinkaartje naar Pompeï nauwelijks iets kost. Het duurt echter even voordat de trein komt en een vriendelijke man wijst ons erop dat er een wijziging van perron is geweest. Binnen een half uur zijn we op het treinstation van Pompeï en lopen vervolgens naar de oude stad, een wandeling van een kleine 20 minuten. Wanneer we eenmaal door de overblijfselen van de oude stad Pompeï lopen, verbazen we ons over de grootte ervan. Pompeï was een welvarende handelsstad aan zee, totdat het in 79 na Christus bedolven werd onder de as van de vulcaan Vesuvius.

Erik schrijft vanaf hier verder:

Het is ongelofelijk om deze oude stad van ruim 2000 jaar oud binnen te lopen. Het gevoel is overweldigend om zo over de oude straten te zwerven welke van grote keien zijn gemaakt waarin de uitgesleten karren sporen te zien zijn. Je ziet overal de contouren van huizen welke bewoont zijn.

Sommige huizen hebben zelf nog een dak. Hier en daar zie je nog binnenplaatjes met fonteinen en muurdecoraties. Het is niet moeilijk om in te beelden dat hier 20000 mensen hebben geleefd. Daar is door een vulkaan uitbarsting in 79 v.c. abrupt een einde aan gekomen. Hete gassen hebben al het leven in één klap vernietigd en een dikke laag van lava as heeft de gehele stad afgedekt. Pas in 1750 zijn er serieuze opgraafwerkzaamheden begonnen, waarbij grote delen van de stad weer tevoorschijn kwamen. Van de 66 hectaren is er 44 hectaren opgegraven. Wie weet wat er nog in de toekomst voor schatten worden blootgelegd.

We vertrekken moe maar voldaan weer terug naar Salerno. We nemen dit keer niet de trein maar de bus terug. Het lijkt ons leuk om vanuit de bus de omgeving te bekijken. We rijden van de ene stad naar de andere stad en na bijna 2 uur komen we weer in Salerno aan. Veel gezien, maar met de trein gaat het een stuk sneller. Na een korte wandeling door de stad, ploffen we neer bij een pizzeria en eten we een heerlijke Italiaans. We mijmeren nog na wat we die middag allemaal gezien hebben.

De volgende dag staan we vroeg, want we gaan naar Napels. Om 9 uur pakken we te trein, welke ons in ruim een uur naar Napels brengt. Daar aangekomen valt ons direct de hectiek van de grote stad ons op. Het doet Fre denken aan het Damrak van Amsterdam temeer omdat ze bezig zijn met het aanleggen van een nieuwe metrolijn.

We gaan te voet via Corso Umberto naar het Opera gebouw “Teatro San Carlo”. Het op één na grootste theatergebouw van Italie. Groot is de teleurstelling als we te horen krijgen dat door verbouwingswerkzaamheden het theater gesloten is.

We wandelen via het grote plein “Piazza Plebiscito” naar gebied waar alleen voetgangers mogen komen. Wel zo rustig. Via deze straten komen we in het oude gedeelte van de stad terecht. Bij plein “Piazza Del Gesu Nuovo” aangekomen waar de gelijknamige moderne kerk gelegen is, nemen we op een terras een kop koffie en genieten we van de ambiance.

Na dit intermezzo gaan we op zoek naar de ondergrondse stad, die we snel hebben gevonden. Via een trap betreden we de restanten van de oude stad. Het lijkt een beetje op de ruines van Pompei, met wasplaatsen, winkels en andere ruimtes met een nuttige functie.

Na dit bezoek lopen we langzaam terug naar het station. Gezien de warmte en drukte is het voor vandaag genoeg, oftewel basta. We kunnen nog net de rechtstreekse trein naar Salerno halen. Binnen 30 minuten komen we daar aan. We zijn verbaasd dat het zo snel ging. We hebben zelfs tijd door rustig door Salerno te slenteren. We constateren dat Salerno van de zuidelijke steden die we in zuid Italië gezien hebben tot de meest welvarende behoort. Een mooie boulevard, mooie winkelstraten en aardige mensen die niks van je moeten. Een verademing na het bezoekje aan Napels.

dinsdag 25 augustus 2009

Italië: op weg naar Napels

Woensdag 19 augustus 2009 genieten we van een relaxdag in Roccella Ionica. We slapen uit, internetten en gaan op de vouwfiets richting de stad. Tot onze verrassing blijkt er een prachtige boulevard met een fietspad te zijn die langs het strand loopt. De stad zelf oogt groezelig, maar heeft wel een grote supermarkt. Heerlijk om weer eens meer keuze uit groenten te hebben! ’s Avonds eten we pasta in het restaurant en kijken een Wallender op dvd. Ons eerste reisdoel in Italië is de stad Napels. Dit betekent dat we een aantal slagen van ongeveer 60 mijl moeten maken.

Donderdag 20 augustus 2009 maken we de eerste slag naar Reggio di Calabria. Aangezien het een tocht van een kleine 70 mijl en dus een hele dag varen is, vertrekken we op tijd. In de loop van de ochtend zien we weer een school dolfijnen, maar nu komen ze helaas niet onze kant op. ’s Middags zien we een vis met een vin, waarschijnlijk een maanvis? Om een uur of 18.00 meren we met enige moeite aan bij de kade waar we op de heenreis ook hebben gelegen. Het is niet de meest leuke plaats om te liggen (naast een treinspoor in een groezelige stad), maar veel alternatieven zijn er niet in dit gebied en het is maar voor één nacht. ’s Avonds komt Saverio nog langs met zijn neus in het verband. Hij is taxichauffeur en boodschappenman die al jaren zijn diensten aan de jachten in de haven verleent. Over hem staat zelfs een stukje in onze Italian waters pilot! Tja, en dan die neus. Toch geen ruzie gehad met een ontevreden klant? We kunnen het ons niet voorstellen. Helaas voor hem hebben we alles in huis en maken we dus geen gebruik van zijn diensten.

De tweede slag die we maken is van Reggio di Calabria naar Vibo Valentia (ca. 50 mijl). Langs de zuidwestkust van Italië zijn niet zo heel veel marina’s die geschikt zijn om aan te meren noch ankermogelijkheden, dus we hopen dat dit goed uitpakt. We varen de volgende dag door de Straat van Messina. Wederom is het goed opletten op het drukke scheepsverkeer tussen het vaste land van Italië en Sicilië. We zijn benieuwd hoe het met de stroming zal zijn: deze is afwisselend mee en tegen. Hier en daar zijn weer ‘whirlpools’ (een verzameling kleine lokale golfjes) te zien. Zonder problemen komen we in het open water van de Thyrreense zee uit. Als we naar het noordwesten zouden varen, zouden we weer op het eiland Vulcano uitkomen, maar dat doen we dus niet. We varen noordwaarts langs de westkust en kunnen op een gegeven moment de fok bijzetten, alhoewel de wind niet overhoudt. Het is wederom een zeer warme dag en we proberen zoveel mogelijk de verkoeling op te zoeken die de zeilen ons geven. Ter hoogte van Capo Vaticano zien we veel recreërende mensen aan de kust die bestaat uit groen grijze rotsen, strand en relatief veel bebouwing. Erik is in het laatste deel van het Millenium van Stieg Larsson aan het lezen en is daarom niet aanspreekbaar (te spannend, Fre heeft de drie delen, waarvan 1 deel gekregen en twee delen geleend al uit en helaas ook bijna alle andere boeken die we mee hadden genomen). Aan het einde van de dag bereiken we de haven van Vibo Valentia. In de pilot staan twee marina’s vermeld: Stella del Sud en Carmelo. Wij kiezen voor de eerste en kunnen gelukkig nog één van de laatste ligplaatsen krijgen, die de havenmeester in zijn dinghy aanwijst. We krijgen hulp van de steiger bij het aanmeren. Wanneer we ons gaan inschrijven, schrikken we een beetje. We waren ons ervan bewust dat we in Italië en Frankrijk veel meer liggeld kwijt zouden zijn dan in Griekenland, waar we gemiddeld 3,50 euro per dag aan liggeld hebben uitgegeven. In Vibo Valentia krijgen we hiervan alvast een voorproefje, maar liefst 65 euro kost deze haven in het hoogseizoen. In de pilot stond dat deze haven nog niet eens tot de hoogste klassen behoorde (chargeband 2/3 op een schaal tot 5), maar volgens de Engelssprekende vrouw is deze informatie verouderd of van toepassing op het laagseizoen. Ook kan ze ons vertellen dat naarmate we noordelijker komen de havens nog veel duurder zullen zijn. Goed, dat weten we dan ook weer … Het is nog steeds drukkend warm wanneer we het stadje inlopen. Wederom een wat rommelig ogend stadje, niet heel erg bijzonder, maar wel met lekker ijs. We zitten lange tijd op een bankje in een parkje te kijken naar de plaatselijke bevolking. Iedereen lijkt iedereen te kennen. Kinderen spelen met elkaar en worden door volwassenen die over balkons hangen en op bankjes in het park zitten in de gaten gehouden. Mannen spelen kaart onder een soort tent en één man lijkt niet tegen zijn verlies te kunnen met alle drama van dien. ’s Avonds genieten we van de goede voorzieningen van de haven: onbeperkt water en elektriciteit. We hoeven dus niet zuinig te doen met water en kunnen naar hartenlust douchen, handwas doen, boot afspuiten, afwas doen en allerlei apparaten opladen. Ook maken we ’s avonds nog even een wandelingetje langs de boulevard, maar dan de andere kant op. Veel Italianen lijken aan deze kust vakantie te vieren. Na een rustige nacht, raken we de volgende ochtend in gesprek met onze Schotse buurman, die een ligplaats voor een jaar heeft genomen in Marina Stella del Sud. Hij geeft ons nog wat tips.

Zaterdag 22 augustus 2009 varen we om een uur of 11.00 de haven uit. We willen richting Cetraro wat wederom ca. 50 mijl varen is in noordelijke richting. We hebben in de pilot gelezen dat je daar vrij kunt ankeren en we hopen, gezien onze ervaring van gisteren, dan ook van harte dat dit gaat lukken. Al na drie kwartier varen worden we weer verwend met de komst van onze lieve vrienden de dolfijnen. Ze komen even buurten, maar zwemmen daarna door in tegengestelde richting. Fre maakt een filmpje, maar bij het afspelen op de camera, wist zij dit jammer genoeg per ongeluk. Later zien we evenals gisteren springende vissen. Eerst dachten we dat het vogeltjes waren omdat ze vrij lang heel snel boven water zwem-vliegen. Het lijkt overigens wel alsof we een motorboot hebben: weer te weinig wind om te kunnen zeilen, alhoewel we naast het grootzeil wel even de Genua hebben uitgerold. Het voordeel is dat de zee rustig is en je andere dingen kunt doen, zoals lezen (Erik heeft vandaag zijn boek uitgelezen) en dit reisverslag bijwerken. Fre is zich tijdens zo’n hele dag op het water ook een beetje aan het bezinnen op straks als we weer terug zijn. We hebben er beide zin in om weer aan de slag te gaan. Het zal wel spannend worden of we snel werk kunnen vinden, maar we zijn allebei positief gestemd. Erik is er trouwens achtergekomen dat de formule die we uit een boek hadden overgenomen, om de windsterkte in knopen om te rekenen in Beaufort, niet klopt. Bij de oversteek van Griekenland naar Italië hebben we steeds windkracht 5 gehad in plaats van de 4 die we dachten te hebben. Geen wonder dat we als een speer gingen! Met deze nieuwe wetenschap moet alle vermelde windkrachten in de verslagen met 1 Beaufort worden verhoogd. We herinner ons de trip naar Zakyntos. Dat was het toch even 8 Beaufort onder vol tuig! Waanzin achteraf, maar het geeft wel veel vertrouwen in het schip.

Na een lange, warme dag op het water komen we om 19.00 uur aan in Cetraro. We zien tot onze verbazing alleen een Engelse motorboot en een piepklein zeilbootje voor anker liggen buiten de haven achter de pier die wat beschutting geeft tegen de deining. Wij gaan ook voor anker en hebben er meteen een goed gevoel bij. We kunnen eindelijk weer eens een duik in zee nemen! Het is vanuit de kuip leuk om te kijken naar de laatste strandgangers en de kustlijn. Het valt ons op dat de zon alweer vroeger ondergaat, namelijk al om ca. 19.30 uur, terwijl dit in Griekenland ruim een uur later was. Dit heeft echter niet met het tijdverschil te maken. Ook constateren we dat het aan deze kustlijn vaak heiig is, soms zelfs een wolkje, maar daar valt dan geen regen uit. Af en toe komt er een trein voorbij die een tunnel in de rotsen inraast en we zien een autoweg op hoge palen lopen, maar we hebben geen last van verkeerslawaai. Ondanks dat we niet aan wal gaan, doet het plaatsje Cetraro vriendelijk aan. ’s Nachts hebben we af en toe wat last van deining, maar dat mag geen naam hebben.

De volgende dag willen we een slag van wederom zo’n 60 mijl maken naar een ankerplaats bij Oligastro, ten zuiden van Punta Licosa. Vandaaruit is het niet ver meer varen naar Salerno (zo’n 30 mijl) en daar willen we de boot in de haven achterlaten en de trein naar Pompei en Napels nemen. Wederom hetzelfde patroon: geen wind en zeer warm, dus weer motorsailen en verkoeling in de wind en de schaduw van het grootzeil zoeken. De elektronische navigatie op de stuurstand heeft erg veel last van de zon die erop valt. Wij varen noordwaarts en de zon komt de hele dag van achteren en schijnt daarmee precies in de kuip en op de stuurstand. De Raymarine C70 kan hier duidelijk niet tegen. Eenmaal terug zal Erik een modificatie uitvoeren door de elektronische navigatie te verplaatsen onder de buiskap en alleen de belangrijkste (aparte) meters op de stuurstand te laten zitten. Voor nu doen we er alles aan om het ding koel te houden: we sproeien regelmatig met de plantenspuit en we hebben permanent een natte doek over de stuurstand hangen. Helaas valt de C70 toch herhaaldelijk uit. Soms laten we het een poos zo en navigeren we alleen op de kompaskoers. Een beetje vervelend is het wel. Omdat er geen wind staat vouwen we gedeeltelijk de zonnetent uit en dat maakt het in de kuip een stuk beter uit te houden. Het laatste stuk gaat de zonnetent er weer af, want we kunnen toch nog een stuk zeilen. Aan het einde van de dag varen we de baai van Oligastro in. We zien een heleboel kleine bootjes aan mooringboeien liggen. Wij ankeren achter dit jollenveld en krijgen later nog gezelschap van drie andere zeilboten die vrij voor anker gaan. We zwemmen weer even en horen vanuit de kuip de kerkklokken en later ook zelf de stem van de dominee die tot over het water reikt. De omgeving is hier groener dan we tot nu toe gezien hebben. We hebben een redelijke nacht met wel wat deining.

vrijdag 21 augustus 2009

Terug naar Italië!

Omdat Erik nog niet veel kan met zijn rug, blijven we nog een nachtje in jachthaven Cleopatra in Preveza liggen. Frederiek houdt zich na het vertrek van Wouter en Ingrid bezig met diverse klussen zoals opruimen, was doen, geld pinnen (en daarvoor op de fiets weer naar het vliegveld) en één vouwfiets weer invouwen, aan boord tillen en in de bakskist doen. De jachthaven Cleopatra bevalt uitstekend: goede voorzieningen zoals wasmachines, internet, goed caférestaurant en aardige mensen die de receptie bemannen (bevrouwen in dit geval). Eén minpuntje is dat je er geen boodschappen kunt doen, zodat we zonder brood zitten. Daarvoor moet je via een tunnel die onder het water doorloopt naar Prevezastad en dat kan niet met de fiets. Ook zijn we er niet meer aan gewend om liggeld te betalen 35,- euro per nacht (voor 11,75 meter), exclusief water en elektriciteit waarvoor je in totaal 5 euro betaald. We besluiten daarom zondag 16 augustus 2009 de boot te verplaatsen naar een grote mooringboei (boeien met een ring waar je een lijn doorheen kan halen) die even buiten de haven liggen en waar je ook vrij kan ankeren. Erik moet het heel rustig aandoen met zijn rug, dus Fre rent met lijnen heen. We hebben maar weinig ruimte om met de neus uit de boks te kunnen draaien (de kade zit in de weg), maar het gaat gelukkig allemaal goed. Eenmaal liggend aan de boei, wil Fre met de bijboot naar de wal om nog een tweede lading was op te halen die in de wasmachine zit. Normaliter halen we met ons tweeën de bijboot van het voordek af en laten deze in het water zakken. Nu staat Fre er alleen voor en dat gaat een stuk minder makkelijk. Op het moment dat de boot in het water glijdt, schiet de zitplank ervan af. Het ding is nergens meer te bekennen. Dat levert een baalmoment op, want zonder die plank is het een stuk lastiger om te roeien. Afijn, Fre gaat met de bijboot op pad (want de was wacht), en ziet opeens een stukje verderop de plank drijven! Het bleek dus toch van drijvend materiaal gemaakt te zijn en door de stroming een stuk meegenomen te zijn. Met een complete bijboot kan Fre weer verder roeien. Op de weg terug belt Karin op om Fre alvast te feliciteren met haar verjaardag. Alsof we elkaar gisteren weer aan de lijn hadden!

Maandag 17 augustus 2009 staan we om 6.00 uur op. We hebben op internet gezien dat de windvoorspellingen gunstig zijn om de oversteek naar Italië te kunnen maken, maar dan moet het wel wat beter gaan met de rug van Erik. Hij kan wel meer dan eerst, maar het houdt nog niet over. Uiteindelijk besluit hij dat hij het wel aandurft. Om 7.30 uur vertrekken we voor een tocht van 218 mijl naar Roccella Ionica aan de oostkust van Italië. De grootste oversteek die we tot nu toe gemaakt hebben. De eerste uren is er nog te weinig wind en motorsailen we, daarna neemt de wind toe en kan de motor uit. Tussen de middag ziet Erik dolfijnen in de verte uit het water opspringen en hoera, twee dolfijnen komen ons weer opzoeken en zwemmen een poosje met ons mee voor de boeg! De wind trekt ’s middags aan tot 4 en 5 Beaufort. Dit houdt de hele nacht aan, waardoor we met een snelheid van gemiddeld 7 knopen vooruitschieten. Het ziet er naar uit dat we een nieuw record gaan zetten. Het enige nadeel is dat we doordat de wind in de zeilen de boot schuin drukt, weinig kunnen doen. We gaan dus niet zo snel de kajuit even in om wat eten te maken en voor lezen in de kuip is teveel deining. Om 00.00 uur verrast Erik me met een mooi epistel dat hij voorleest. We wisselen elkaar af om een beetje te kunnen slapen, maar dat gaat gezien het feit dat de wind draait (van halve naar aan de wind) minder goed dan bij de vorige oversteken. ’s Ochtends vroeg zitten we daarom weer met ons tweeën in de kuip. Bij het zien van de kust van Italië wordt de wind weer minder en zetten we de motor weer aan. De laatste mijlen zijn een beetje afzien want we zijn brak en het is warm. Op mijn verjaardag 18 augustus 2009 om ca. 15.30 uur Griekse tijd en 14.30 uur Italiaanse tijd, komen we in de recordtijd van 32 uur, aan in de ons vertrouwde haven van Roc cella Ionica. Ditmaal is er niemand van de haven die ons opvangt, maar er is genoeg plek aan de steiger waar we de vorige keer ook lagen. Andere mensen op de steiger staan al klaar om de lijnen aan te nemen, heerlijk zo’n ontvangst!

Er zijn inmiddels wel wat dingen veranderd in de haven van Roccella Ionica: omdat de baggerwerkzaamheden voorbij zijn en de voorzieningen nu werken, moet er sinds 20 juli van dit jaar 20 euro liggeld worden betaald, ongeacht de grootte van de boot. Dit liggeld wordt aan het einde van de dag geïnd door een mannetje van de haven dat de steigers langsloopt (hij spreekt overigens geen andere taal dan Italiaans…). Daarnaast moet je je ook bij de coastguard registreren. Dit doen wij dan ook in de loop van de middag als we een beetje bijgekomen zijn. Het is opvallend warm en daarom zoeken we op het beschutte terras van het internetcafé/restaurant verkoeling onder het genot van een cappuchino. Er gaat niks boven Italiaanse koffie! We reserveren meteen een tafeltje voor de avond en dat is niet onverstandig. ’s Avonds is het namelijk een gekkenhuis. Van de ober horen we dat er in het hoogseizoen dagelijks zo’n 1500 mensen komen eten. De halve meter pizza die wij ook nemen is schijnbaar enorm populair. Wat prettig is, is dat we op de boot geen last hebben van deze restaurantgangers, want in tegenstelling tot de taverna’s in Griekenland, wordt er geen muziek gedraaid. Mijn wens om m’n verjaardag in Roccella Ionica te vieren is uitgekomen. Tesamen met de telefoontjes, smsjes en mailtjes heb ik me echt jarig gevoeld.

woensdag 19 augustus 2009

Griekenland: zeilweek met Wouter en Ingrid

De kade in Preveza bleek toch niet zo rustig te liggen, dan we vooraf gedacht te hebben. Na het aanvankelijk nog leuk gevonden te hebben om vanuit de kuip naar een panfluitconcert te luisteren, werd het naarmate het later en later werd een beetje teveel van het goede en werden we er wat melig van. Evengoed stonden we de volgende ochtend, 8 augustus 2009, op tijd op om nog wat laatste boodschappen te doen. Ons plan om niet op het laatste moment nog te moeten stressen voordat ons bezoek zou komen , werd verstoord door een onverwacht akkefietje: de wc wilde opeens niet meer doorspoelen. Aanleiding voor Erik om deze eens ‘even’ helemaal uit elkaar te halen. Terwijl Fre de boodschappen deed, kwam Erik erachter dat het probleem toch echt aan de buitenkant van de boot zat: waarschijnlijk zat de toevoer van de wc verstopt. We hadden alleen geen tijd meer om dat te onderzoeken, want keurig op tijd (10.00 uur ’s ochtends) stonden Wouter en Ingrid op de kade. Ze waren door de taxichauffeur precies op de juiste hoogte van de kade in een straat achter de boot afgezet en konden recht op de boot aflopen. Hun komst vierden we natuurlijk met koffie en Griekse taart. Nadat ze hun koffer met veel spullen voor ons (o.a. horren, schuurschijven, pindakaas, hagelslag etc.) hadden uitgepakt, maakten we om een uur of 12.00 de boot los om de eerste mijlen te gaan maken. Aanvankelijk waren we van plan om via de westkust van Lefkas af te zakken, maar na enkele mijlen op open zee gezeild te hebben, bleek dat dit plan wat te ambitieus was. Vers uit het vliegtuig, vroeg opgestaan en dan nog niet ingeslingerd, maakten dat Ingrid zich wat katterig ging voelen. Daarom snel teruggevaren naar het kanaal van Lefkas om de rustiger route binnendoor te nemen, waardoor Ingrid zich gelukkig snel weer de oude voelde. Nadat we het kanaal waren uitgevaren, hebben we op het binnenwater tussen de oostkust van Lefkas en het vaste land , al laverend heerlijk kunnen zeilen naar het eiland Meganissi. Binnen een half uur stond Wouter al achter het stuurwiel en was Ingrid druk in de weer met het stellen van de zeilen, kortom een leergierige bemanning! Op hun eerste dag maakten ze meteen zo’n 30 mijl wat behoorlijk veel is. In Spartakhori, waar we om een uur of 19.00 aankwamen, wilden we de nacht aan de kant doorbrengen. In deze baai zijn twee mogelijkheden: aanmeren in een haven (port Spiglia) ten westen van de baai of aan de kade aan de overkant van de baai. Aan de kade zagen we dat er nog één (smalle) plek over was, waar we tussen konden liggen. Erik voer vooruit ernaar toe, toch dacht het stel van de Nederlandse boot (toevallig ook een Bavaria Ocean 38) naast ons, dat hun boot in gevaar was, dus reageerden zij wat overspannen. Onterecht, want we parkeerden zonder brokken naast hen. Later bleek de verstandhouding met onze buren toch goed te komen, want Erik heeft met hen informatie over de boot uitgewisseld en we zijn ze daarna nog een paarmaal tegengekomen. Eenmaal aangekomen, wilde Erik het probleem met de wc nog even oplossen, dus ging hij het water in en zwom tussen de boten door naar de watertoevoer. En inderdaad, hij haalde een plastic zak uit de toevoer: geen wonder dat het spoelen niet lukte! ’s Avonds aten we risotto met vis door Fre gemaakt en moe maar voldaan, zocht iedereen z’n kooi op.

W&I konden gelukkig redelijk slapen in de voorkajuit. De ventilator die we in Argostoli hadden gekocht, bracht hen de nodige verkoeling. Een wandeling de berg op naar het dorpje Spartakhori stond op het programma. Wouter dacht even dat hij dit gezien de warmte niet zou overleven, maar dat viel hem reuze mee. Vooral van de beloning was het genieten: het bezichtigen van een leuk dorpje en een kop koffie op een terras met uitzicht over de baai! Na nog wat boodschappen (o.a. Corona’s!) gedaan te hebben, vertrokken we tussen de middag voor wederom een lekkere zeiltocht van ongeveer 30 mijl. De wind trok op een gegeven moment zelfs aan tot 6 Beaufort en ons bezoek bleek zeebenen te hebben! Onze bestemming was (groot) Vathi op het eiland Ithaka, alwaar we om ca. 18.30 uur aanmeerden aan de kade. Tijd voor een Corona met limoen! We sloten de avond af in een nabij gelegen restaurant, waar het zo druk was dat het even duurde voordat onze hongerige magen gevuld werden. Maar het was de moeite waard, bedankt Wouter!

Maandag 10 augustus 2009 hielden we hetzelfde ritme als de dag ervoor aan, door namelijk eerst het stadje te bekijken, inclusief de benodigde kop koffie op een terrasje en vervolgens tussen de middag de zeilen te hijsen. Ditmaal was onze bestemming de baai bij Eufimia op het eiland Kefalonia. Onderweg zagen we een prachtige baai, ten zuiden van Pera Pigadhi, waar we voor anker gingen om te zwemmen. Ingrid trotseerde eventueel enge beesten in het water onder haar (wat herkenbaar is voor Fre) en Wouter ging voor het eerst snorkelen, wat een hele openbaring voor hem was! Na dit niet verkeerde intermezzo (it’s all in the name), zeilden we naar Eufimia. Het zou de eerste keer vrij ankeren voor Wouter en Ingrid worden, wat toch wel een belevenis was. Vooral het letten op de soms onhandige ankeracties van anderen (te dichtbij) tijdens een stevige wind, maakte dat ze de eerste uren op hun qui vive waren en veel te zien hadden in de baai. Tijdens het borrelen kwam een wesp in de knieholte van Fre vast te zitten, met tot gevolg dat ze voor het eerst in haar leven gestoken werd … ’s Avonds aten we het lievelingsmaal van Wou, namelijk pasta, op de boot en sloten de dag af met een Juttertje.

De volgende ochtend gingen we met de bijboot (eerste keer voor W&I) naar wal om onze routine te herhalen: dorpje bekijken, koffie drinken en wat boodschappen doen. Later gingen W&I nog even op en neer met de bijboot om kaarten van F&E te posten (handig zulke postbodes!). ’s Middags probeerden Wouter en Erik de gennaker op het water uit. Deze kwam helemaal gedraaid in de mast te zitten. W&E bedachten gezamenlijk een oplossing hiervoor door een zwaar object (de plantenspuit die we gebruiken om de navigatie op de stuurstand koel te houden) aan een lijn vast te knopen en deze om het zeil heen te gooien. Met resultaat, want de slurf kon verder opgetrokken worden. De wind nam inmiddels toe tot een kleine 5 Beaufort. De snelheid nam flink toe tot 7,5 knopen en dat vóór de wind! Op een gegeven moment werd het wat te veel van het goede en moest de gennaker naar beneden. Dat ging echter mis. Het zeil draaide zich om de rolfok. Met vereende krachten konden we het zeil heelhuids binnenhalen. Aan het begin van de avond kwamen we aan bij het eiland en de plaats Kastos. Ditmaal kozen we ervoor om in de havenkom aan te meren met een lijn naar de wal. Aangezien W&I het onderdeel ‘omgaan met de bijboot’ ’s ochtends met succes hadden afgerond, schroomden ze er niet voor om naar de wal te roeien en de lange lijn te bevestigen. ’s Avonds trakteerden W&I wederom op een etentje in een restaurant op de heuvel. De Griekse salade, moussaka, briam en souvlaki smaakten heerlijk!

Woensdag 12 augustus 2009 gingen W&I het dorpje Kastos verkennen en boodschappen doen, terwijl F&E wat klussen deden, zoals het installeren van de hor (overgevlogen uit NL) in de voorkajuit. Daarna weer tijd voor het ruime sop, nu richting het stadje Palairos op het vaste land, waar we ook water wilden tanken. In verband met de wind kozen we ervoor om het eiland Kastos zuidwaarts te ronden en vervolgens naar het noordoosten te varen. Onderweg zagen we wederom een mooie baai om een tussenstop te maken, namelijk de baai bij Formikoula. W&I zwommen helemaal naar het verderop gelegen strandje en vonden o.a. een lege schil van een egel. F&E bleven in de nabijheid van de boot en bereiden de lunch alvast voor. W&I genoten zichtbaar van ‘het goede leven’! Bij het wegvaren uit de baai, kreeg Erik het idee om tijdens het ophalen van het anker, ook alvast het grootzeil uit te rollen. Fre die achter het stuurwiel stond, raakte in een stress en kon de kop van de boot niet in de wind houden, waardoor de boot wilde gaan zeilen. Nog net kon een klapgijp worden voorkomen. Achteraf gezien was dit geen goed idee en gaan we ons gewoon weer focussen op één ding, (eerst anker ophalen en daarna pas de zeilen hijsen), zoals we gewend zijn om te doen. In Palairos meerden we aanvankelijk aan een steiger aan die in het weekend door charterbedrijven gebruikt wordt. Aangezien we daar geen water en elektriciteit konden krijgen, verplaatsten we de boot naar de nabij gelegen kade, waar in ieder geval water was. De kade leek betrekkelijk rustig te zijn (in ieder geval geen aangrenzende taverna’s), maar dat bleek een misvatting te zijn. In Griekenland komen mensen i.v.m. de warmte pas ’s avonds en ’s nachts hun huis uit. De kade bleek een ontmoetingsplek voor met name jongeren, die tot diep in de nacht zaten te praten en lachen. Niet bevorderlijk voor onze nachtrust! Zelf waren we na op de boot Griekse wraps gegeten te hebben, ’s avonds ook op pad. We maakten een lange wandeling naar de verderop gelegen commerciële marina en dronken een drankje bij het hotel dat bij de marina hoort.

Een zeiltocht naar het stadje Sivota op het eiland Lefkas op het programma voor de volgende dag. De boot zetten we op de stuurautomaat en voor het eerst vond iedereen de rust om lekker te relaxen en een boek te lezen. Na 36 mijl afgelegd te hebben, kwamen we om 19.30 uur aan in de baai bij Sivota. Dit was aan de late kant en mede door een enorm motorjacht dat vrij geankerd had, was er geen plek meer in de baai om te ankeren. Ook de kades lagen vol. De enige mogelijkheid die er nog resteerde, was om te ankeren met een lijn naar de rotsen. Fre was hiermee niet blij, maar gelukkig hadden we een ‘crew’ aan boord. W&I togen er met de bijboot weer op uit om een achterlijn om een uitstekende rots te leggen: fantastisch zo’n bemanning! ’s Avonds trakteerde Fre alvast voor haar verjaardag op een etentje.

Vrijdag 14 augustus 2009: alweer de laatste dag voor het vertrek van W&I, wat gaat zo’n week snel! We gaan binnendoor via het kanaal van Lefkas, terug naar Preveza. De brug bij het kanaal blijkt achteraf pas eenmaal in de twee uur open te gaan, in plaats van ieder heel uur zoals in de pilot vermeld staat. Dit betekent dat we anderhalf uur voor anker liggen bij Lefkasstad en dit aangrijpen om nog wat te relaxen. Om 16.00 uur passeren we de brug en kunnen het laatste stuk nog lekker zeilen. We besluiten ditmaal om aan de kant van het vliegveld, in jachthaven Cleopatra te gaan liggen, waar vrienden van de ouders van F&W, goede ervaringen mee hebben. We krijgen een ligplaats toegewezen voor het havenkantoor, wat enig manouvreerwerk van Erik vergt om goed aan te meren. Met een gezamenlijke inspanning, waarbij Ingrid met een stootwil nog kan voorkomen dat de boot aan bakboordzijde schade oploopt, meren we aan. Helaas forceert Erik zich bij het aantrekken van de mooringlijn en schiet het in zijn rug: spit... Hij kan prompt niet veel meer. We gaan dan ook direct van de boot af om bij het caférestaurant van de marina een borrel te drinken. Dit blijkt zo’n leuke tent dat de eetplannen voor die avond gewijzigd worden. In plaats van de Indiase maaltijd die W&I zouden bereiden, reserveren we hier. Na de borrel zetten we de vouwfietsen in elkaar en gaan W&I de route naar het vliegveld verkennen. ’s Avonds krijgen we in het restaurant van de haven het beste eten voorgezet dat we tot nu toe in Griekenland hebben gegeten.

Zaterdag 15 augustus 2009 vertrekken W&I na het ontbijt op de fiets met de koffer en weekendtas achterop, naar het vliegveld. Erik is nog steeds gevloerd door zijn spit en daarom trekt Fre haar sportschoenen aan om achter hen aan te joggen. Tegen de tijd dat W&I hebben ingecheckt, komt Fre bij het vliegveld aangejogd. We bellen onze moeder nog even om haar te feliciteren met haar verjaardag. Daarna neemt Fre afscheid en fietst, met één fiets aan de hand, weer terug naar de boot. De zeilweek zit er weer op: het was een geslaagde zeilweek!

zaterdag 15 augustus 2009

Griekenland: opnieuw op Lefkas

Zondag 2 augustus 2009 verlaten we Port Atheni op het eiland Meganissi, na eerst nog een mooie wandeling gemaakt te hebben door de warme heuvels. Er staat eindelijk weer eens een lekker windje (5 Beaufort)en we zeilen we laverend in zuidwestelijke richting naar het plaatsje Sivota dat aan de oostkust van het eiland Lefkas ligt: een heerlijke zeiltocht aan de wind. De baai waarin Sivota ligt is een vrij diepe en beschutte baai, waar het levendig toegaat. Vrijwel alle kades zijn bezet, maar je kunt ook in de baai ankeren, alhoewel het op sommige plekken vrij diep is. Aangezien wij om een uur of 19.00 aankomen, moeten wij ook wat dieper ankeren en dus meer lijn uitgooien. Dat is geen enkel probleem en ondanks het gebruis in de avond aan wal, slapen we rustig. De volgende ochtend slenteren we door het toeristische stadje en vinden een internetcafé in de buurt van een kade waar een charterbedrijf zich gevestigd heeft. Het is leuk vertoeven op het terras daar en we zien mensen die een boot hebben gehuurd, voor het eerst het anker ophalen om weg te varen, wat niet altijd meevalt! ’s Middags maken we een verkennende zeiltocht naar een baai die ten zuiden ligt van Sivota, namelijk Ormos Vasiliki. Wederom een fijne zeiltocht met een lekker windje. Vasiliki staat bekend als een watersportcentrum voor o.a. surfers, die we inderdaad zien. We gaan voor anker in de open baai en nemen een duik, maar besluiten om daar niet de nacht door te brengen, toch te veel deining. We varen weer terug naar Sivota, waar we weer een prima overnachting hebben. Woensdag en donderdag verblijven we in Tranquil bay bij Nidri. Erik wil namelijk de motorolie verversen en de motor een beurt geven. In Nidri zitten meerdere (minstens 4) ‘chandlers’ oftewel bootwinkels die onderdelen verkopen. We hebben een winkel gevonden aan het begin van de hoofdstraat, waar een hele aardige Engelsman in staat. Erik is de hele middag bezig in de machinekamer en Fre gaat nog tweemaal met de bijboot naar de wal (op de motor, want het is te ver om te roeien), om extra onderdelen te kopen. We hebben nu in ieder geval reserve oliefilters en distributieriemen op voorraad. Donderdag 6 augustus 2009 zetten we koers noordwaarts omdat zaterdag Wouter en Ingrid in Preveza aankomen met het vliegtuig. We varen naar Lefkasstad, waar we aan de kade gaan liggen tegen een laag tarief (nog geen tien euro). ’s Middags maken we een wandeling naar het fort en het strand nabij de brug over het Lefkaskanaal. Het is leuk om aan de ene kant uitzicht over de zee te hebben en aan de andere kant naar de boten te kijken die liggen te wachten tot de brug open gaat. Na een rumoerige nacht aan de kade, varen we de volgende dag via dezelfde brug, naar Preveza. We zitten te dubben waar we zullen aanmeren: aan de kade bij het centrum zelf of bij één van de havens aan de overkant dichtbij het vliegveld. Aangezien we in Port Atheni van onze Franse buren een tip hadden gekregen over een ligplaats aan de kade vlakbij een openbare kraan en elektriciteitspunt, besluiten we om daar op zoek naar te gaan. En inderdaad we vinden deze ligplaats die nog vrij is. De kade ziet er gezellig en rustig uit, dus we wagen het erop. De rest van de dag zijn we druk bezig om de boot op orde te maken voor de logees die gaan komen. ’s Avonds eten we een hapje in de stad en bellen met Wouter en Ingrid om de ligplaats door te geven. We verheugen ons op hun komst.

zondag 2 augustus 2009

Griekenland: speurtocht en weer terug op Meganissi

Na enkele dagen heerlijk bij het rustige eiland Kastos gelegen te hebben, wordt het weer tijd om verder te gaan. We hopen overigens dat de wespen die daar volop aanwezig waren, niet met ons mee zullen reizen. Het plan is om naar het plaatsje Palairos op het vaste land te varen en daar in de haven te gaan liggen. We moeten namelijk dringend de watertanks vullen en indien mogelijk ook de accu’s opladen via walstroom. Omdat het windstil is, varen we in noordelijke richting op de motor. Even later komt er toch nog een licht briesje en kunnen we op zeil verder varen. De tocht langs het noordwesten gelegen eiland Kalamos en het vaste land is prachtig. Wanneer we de haven van Palairos binnenvaren, horen we van mensen aan de kant dat er geen elektriciteit is. We besluiten daarom naar de charterhaven Vounaki Marina te gaan die op korte afstand ten zuiden van Palairos ligt. Fre informeert bij het havenkantoor: we mogen wel een nacht blijven liggen, maar er is geen elektriciteit omdat een kabel het begeven heeft. De haven blijkt ook nog eens prijzig te zijn (31 euro liggeld), dus we taaien weer af, alleen niet voordat we toch nog even water getankt hebben. Erik was daar namelijk al mee bezig, terwijl Fre aan het informeren was, hoe slim van hem! Met twee volle watertanks (ca. 420 liter) vertrekken we weer en kunnen weer alle kanten op. Omdat we willen onderzoeken wat geschikte en leuke plekken zijn om eventueel aan te doen met Wouter en Ingrid, zeilen we in zuidwestelijke richting naar het eiland Meganissi. Eerst varen we naar (klein) Vathi aan de noordkant van het eiland, overigens niet te verwarren met (groot) Vathi op het eiland Ithaka. We constateren dat de informatie uit de pilots inmiddels verouderd is, want de haven blijkt dermate gecommercialiseerd te zijn, dat er niet meer geankerd kan worden. Op naar een baai bij het plaatsje Spartakhori, dat we eerder op de fiets hebben bezocht en dat oostwaarts van Vathi ligt. Ook hier constateren we dat er geen ankermogelijkheden zijn omdat de baai te diep is. Er is wel een aardige aanmeerplaats, maar we denken dat deze betaald is en aangezien we daar nu geen zin in hebben, varen we door naar het eiland Skorpios. Ook daar zijn we eerder geweest, maar dat was aan de noordkust. Nu ankeren we op rotsachtige bodem aan de zuidkust, vlakbij een strandje waar we natuurlijk niet op mogen omdat het van de familie Onassis is. Het is heerlijk om even een duik in het heldere water te kunnen nemen. Erik maakt meteen van de gelegenheid gebruik om de romp van de boot onderwater met de borstel schoon te maken. Het enige nadeel is dat we niet rustig liggen. Om de haverklap komen er snel varende motorboten voorbij, waarvan sommigen vol met toeristen, en dat veroorzaakt flinke deining. Om een rustige ankerplek voor de nacht te hebben, gaan we daarom naar het ons vertrouwde Port Atheni (de vaarafstanden zijn klein in dit gebied). De kade wordt bevolkt door een flottieljevloot en daar is geen plek meer. Je kunt echter prima vrij ankeren in de buurt van de haven en daar vinden we nog een plekje. Wanneer de flottielje de volgende ochtend weer vertrekt, gaan we alsnog aan de kade liggen om van de elektriciteit gebruik te maken. Van de man van het restaurant die ook het muntje voor de elektriciteit verstrekt, horen we dat ze op donderdag, vrijdag- en maandagavond, een muziekavond hebben voor de flottielje in het restaurant. Dat hebben we gemerkt, want daar hebben we vrijdagavond van mee kunnen genieten. Gelukkig is het zaterdag lekker rustig totdat we een doffe dreun horen en gegil. We steken ons hoofd uit de kajuit en zien tot onze verbazing dat een auto op z’n kop op de weg ligt. We zien nog net dat de mensen eruit kruipen. Schijnbaar is de auto uit de bocht gevlogen. Een brandje kan snel geblust worden met een poederblusser van een boot. Pas na een uur arriveert een politieauto, terwijl de inzittenden dan allang vertrokken zijn. We hebben het naar ons zin in de haven van Atheni. Niet alleen omdat er goede voorzieningen zijn (zoals internet, wasmachine), maar ook omdat we leuk contact hebben met de mensen aan de kade en in de winkel. Zo weten we dat de Duitse mevrouw die in de winkel werkt, in het zomerseizoen woont op haar boot aan de kade; een Nederlands meisje van 7 jaar (dat spontaan naar ons toekomt) met haar ouders twee weken aan het flottieljevaren is en dat heel leuk vindt; en onze Franse buren ongeveer dezelfde route volgen. Met behulp van het Engelse woordenboek dat onze Franse buurvrouw erbij haalt, wisselen we allerlei tips uit.

vrijdag 31 juli 2009

Griekenland: Kastos

Maandag 27 juli 2009 verlaten we de baai bij Eufimia op Kefalonia. We ronden het eiland Ithaka aan de zuidkant en varen noordoostwaarts richting het kleine eilandje Atokos. Daar zijn twee ankerplekken, maar er liggen al zoveel schepen (we merken dat we weer in het flottieljevaargebied zitten) dat we doorvaren in noordoostelijke richting naar het iets grotere eiland Kastos. Bij het dorpje Kastos zijn verschillende mogelijkheden om aan te meren: in de havenkom (waar aan het einde van de dag flottieljegroepen neerstrijken) of buiten de havenkom, wat ook redelijk rustig ligt omdat het wordt afgebakend door een eilandje. Wij kiezen ervoor om buiten de havenkom voor anker te gaan met een lange lijn naar de rotsen. Dit is niet mijn favoriete manier van aanmeren (een heel gedoe om een geschikt punt te vinden om de achterlijn op vast te binden), maar zo wordt in Griekenland wel vaker aangemeerd. Het voordeel is dat we vrij liggen en niet liggen te gieren. Aangezien we nu tijd hebben en niemand storen, pakken we ook het klussen weer op. Erik was in Eufimia begonnen met het schuren van de potdeksel aan stuurboordkant: een hele klus, want nu worden ook de scepters onder handen genomen (daar waar nodig rechtbuigen en opnieuw vastkitten). Fre schuurt vanaf de bijboot de buitenkant van de teakhouten rand fijn. Doordat er een windje staat, waait het schuursel meteen weg, wel zo makkelijk! Het is zoveel werk (ook kleine reparaties van het hout etc.) dat we uiteindelijk met de gehele rand nog tot en met donderdag bezig zijn. Het voordeel van ergens wat langer liggen, is dat we vertrouwd raken met de omgeving en haar inwoners. We kunnen de bijboot makkelijk aanmeren bij een trap die zich op een kleine roeiafstand bevindt van de boot. Vanaf de weg bovenaan de trap, lopen we zo het dorpje in. Voordat we dat doen, maken we een wandeling over het eiland. Naarmate we de kust naderen, zien we aan de kant steeds meer vuil liggen. Bij de andere kant van het eiland aangekomen, zien we tot onze verbazing een vuilstortplaats, waar het vuil open en bloot ligt. Schijnbaar heeft dit eiland een probleem met de verwerking van afval. Fre heeft inmiddels nader kennis gemaakt met de beheerster van de plaatselijke supermarkt annex bakker. Zij en haar man komen uit Nieuw-Zeeland, maar zijn van Griekse afkomst. De zomermaanden runnen ze de winkel in Kastos en in de wintermaanden gaan ze terug naar Nieuw-Zeeland, waar zij op oproepbasis lerares is. Zij zag dat ik met een kaart in mijn handen liep en attendeerde mij erop dat de postbode net vandaag op het eiland was en als ik snel was ik hem nog zou treffen (er is daar geen brievenbus). Dus zo gezegd, zo gedaan, liep ik richting de haven en daar zag ik een groepje mensen op een muurtje onder de bomen staan en zitten, waaronder zich inderdaad de postbode bevond. Het bezorgen en ophalen van de post, blijkt dus een heel sociaal gebeuren te zijn!

maandag 27 juli 2009

Griekenland: Kefalonia/Cephalonia

Donderdag 23 juli 2009, op de 75ste verjaardag van de vader van Erik, komt de wind uit het noordwesten. Een gunstige wind om van het eiland Zakinthos naar het eiland Kefalonia te zeilen. Tussen de eilanden staat weer een fikse wind, net zoals op de heenweg naar Zakinthos. Deze wind draait en verdwijnt zodra we weer in de buurt van de kust van Kefalonia komen. Er is in dit gebied geen touw vast te knopen aan weersvoorspellingen, omdat je veelal te maken hebt met lokale winden en windvlagen. We koersen naar Argostoli, de hoofdstad van Kefalonia. Deze plaats ligt in een brede, lange inham landinwaarts. Op de Raymarine hadden we gezien dat we daar in de buurt voor anker konden, maar we zien geen boten die dit doen, noch een geschikte plek. Aan de kade is plaats, maar … helaas moeten we wel havengeld betalen (ca. 15 euro). Aangezien we geen alternatief hebben, doen we dit. Gelukkig hebben we inmiddels het traffic document, want daar wordt naar gevraagd. Tegenover de kade zit een internetcafé, waarvan de beheerder ook de sleutel van het water (dat bij het liggeld inzit) heeft en we kunnen de achtertank die leeg is weer bijvullen. In de loop van de dag maken we een wandeling door het moderne stadje. Op een groot plein zijn ze bezig met voorbereidingen voor een soort braderie en een uitvoering. Wanneer we na een gyros-wrap gegeten te hebben (in het door de Engelse buurvrouw aanbevolen Griekse fastfood restaurantje ‘Kioski’) komen we terug op het plein waar inmiddels een muziekgezelschap aan het spelen is geslagen. Tot ’s avonds laat is er leven in de brouwerij, waarvan we op de boot nog mee kunnen genieten als we gaan slapen…

Omdat we ons midden in een hittegolf bevinden, willen we graag weer eens in een baai voor anker liggen. In het zuiden en westen van Kefalonia zijn echter geen baaien te vinden die voldoende bescherming bieden tegen de voornamelijk noordwesten wind. We besluiten daarom om de zuidkust te ronden en naar een oostelijk gelegen baai in de buurt van Sami te varen. Dit is een lange tocht van ca. 40 mijl en we vertoeven daarom de hele dag op het water. Het grootste deel van de dag is het windstil, maar op het laatste stuk begint het weer redelijk stevig te waaien. Omdat we voor anker gaan, geeft de wind verder geen problemen. De baai waar we liggen is bij het kleine plaatsje Ay Eufimia. Het is heerlijk om weer eens in een rustige baai voor anker te kunnen liggen. De volgende dag is het zo warm (36 tot 38 graden), dat we om de zoveel tijd het water in moeten plonzen. Er waait een warme, droge wind, die maakt dat het haar van Fre in 5 minuten droog is, in plaats van twee uur. Terwijl Erik vanuit de bijboot de romp van de boot aan het poetsen is, zwemt Frederiek naar een andere Nederlandse boot die verderop naast ons ligt om gedag te zeggen. Het is de Delta Lady uit … Vlissingen (als Walcherse schept dat toch een band). Het gepensioneerde echtpaar is al 6 jaar onderweg en wisselt het zeilen af met bezoek aan hun kinderen in de winter in Australië. Zij denken er echter wel over om te stoppen met het zeilende leven en een huis in Australië te kopen. Hun boot, een Wauquin gaat in de verkoop. Wat ook erg prettig is aan deze baai, is dat we vanuit de kuip gratis internet hebben! We hebben op de weersites gezien dat er zondag 26 juli 2009 de hele dag stevige wind verwacht wordt. Dat klopt inderdaad als een bus: ’s ochtends verschijnen op zee de eerste schuimkopjes, die later in de baai ook te zien zijn. Dit duidt op ongeveer windkracht 5 Beaufort. Dit weerhoudt Erik er niet van om het klussen op te pakken. Het schuren van de potdeksel (houten rand om de boot op het dek) en het zwemplateau staat op het programma. Later zien we schuimstrepen op zee (windkracht 6) en in de loop van de middag zwelt de wind aan tot windkracht 7. Wij hebben vertrouwen in ons Delta-anker, want deze heeft in de baai van Nikolaos op Zaktinthos, windvlagen van windkracht 8 doorstaan. Evengoed is het zaak om in de gaten te houden wat er om ons heen gebeurt. Er komen namelijk schepen binnen in de vliegende storm, die willen ankeren (aan de kade aanmeren is met deze wind een hachelijke zaak). Aangezien de ankergrond echter wisselend houdt in deze baai, lukt het een aantal boten niet om een goede ankerplek te vinden. Dit leidt soms tot gevaarlijke taferelen, omdat ze vervaarlijk dicht bij boten in de buurt komen die wel goed voor anker liggen en liggen te gieren (daar moet je bij het ankeren rekening mee houden). Het overkomt ons ook één keer dat een Spaanse boot te dicht bij ons in de buurt wil ankeren, net op het moment dat Erik met de bijboot brood aan het halen is. Fre houdt voor de zekerheid er stootwillen bij om schade te voorkomen en gelukkig vertrekt de Spaanse boot weer. Een uur later kunnen ze met heel veel moeite alsnog aan de kade aanmeren. Sommige boten zijn urenlang rondjes aan het draaien en sommigen varen verder naar het verderop gelegen plaatsje Sami. De harde wind houdt tot ongeveer middernacht aan. Gelukkig hebben we er ’s nachts geen last van en slapen we redelijk goed.

donderdag 23 juli 2009

Griekenland: Zakynthos

In de baai van Nikolaos op Zakynthos maken we de pittigste nacht sinds tijden mee. De wind blijft toenemen, maar aangezien er geen plek meer aan de kade is en we in principe goed aan het anker liggen, is het dus afwachten maar tot de wind gaat afnemen. Terwijl we in de kajuit zitten te eten, horen we opeens ‘avanti, avanti’, afkomstig van een Italiaanse boot die verderop aan een mooring ligt. Fre steekt haar hoofd uit de kajuit en ziet een van een mooring losgeslagen boot haaks op onze boeg afkomen. Eén gil naar Eer en hij staat al op de boeg om de spriet van de andere boot af te houden, terwijl Fre in de weer is met stootwillen. We kunnen de andere (overigens Nederlandse) boot waarvan de bemanning niet aan boord is, niet vasthouden en zij drijft verder af naar de rotsen. Inmiddels zijn mensen in een dinghy en een sloep in actie gekomen, die de boot net op tijd op sleeptouw kunnen nemen. Met enige moeite leggen ze de boot aan de kade. De bemanning van de Impulse uit Muiden mag van geluk spreken dat hun boot dankzij deze inspanningen, behouden is gebleven! Ondertussen zien we ook nog vier blusvliegtuigen een bosbrand blussen. Kortom: spanning en sensatie. In de nacht blijft de wind aanhouden, met uitschieters tot windkracht 8 Beaufort. We hebben het ankeralarm aanstaan, dat ons waarschuwt als de boot meer dan 0,02 mijl krabt. Desondanks hebben we een onrustige nacht; pas in de ochtend gaat de wind liggen.

Dinsdag 21 juli 2009 gaan we op zeil naar Zakyhnthos-stad. We liggen aan een kade met voorzieningen en worden voor de eerste keer geconfronteerd met de havenautoriteiten. We hadden wel gelezen dat je in Griekenland een traffic document nodig hebt, maar de meningen waren verdeeld of je het document echt moest aanschaffen en tot nu toe hadden we het nog niet nodig gehad. Ja, je hebt het dus wel nodig, want anders kun je in een vijftigtal havens van Griekenland niet liggen. Dat betekende dus 53 euro betalen, waarvan Erik flink baalde. Overigens was het wel een service dat de havenmeester, die zich per motor verplaatste, dit voor ons regelde. Omdat we nu toch in de hoofdstad van Zakinthos lagen, wilden we de volgende dag het eiland van hieruit gaan verkennen. Aanvankelijk dachten we dit op een scooter te doen, maar bij nader inzien zag Fre het niet zitten om krampachtig achterop een oud barrel te moeten zitten. Het werd dus een grote auto met airconditioning: de beste manier om de hitte te ontvluchten! Het eiland vonden we aardig, maar niet heel bijzonder. Hoogtepunt was het drinken van koffie op een terras op een berg in het zuiden van Zakynthos die uitkijkt over de prachtige baai van Laganas. Deze baai is een beschermd natuurgebied waar schildpadden in de zomermaanden hun eieren leggen op het strand. Het landschap deed soms wat Toscaans aan, met hier en daar een klooster en/of een grot. Nog een groot voordeel van een auto: we hebben de boot weer helemaal kunnen volstouwen met water, sap, frisdrank etc. Een luxe om boodschappen bij de Lidl met de auto te kunnen doen en deze voor de boot uit te kunnen laden! De boot is zeker 10 centimeter naar beneden gezakt. De volgende ochtend (we hadden de auto van 10.30 uur tot 10.30 uur de volgende dag), heeft Erik nog campinggas met de auto gehaald en zullen we bij het koken dus niet voor onverwachte problemen komen te staan.

Zakynthos is niet het beste eiland om zeilend te verkennen, omdat er weinig ankerplekken en havens zijn. We hebben inmiddels vanwege praktische redenen het besluit genomen om zeker nog tot half augustus in het Ionisch gebied te blijven en daar ons bezoek te ontvangen. We varen de volgende dag dan ook weer noordwaarts naar de baai waar we vandaan kwamen, namelijk Ormos Nikolaos in het noordoosten van Zakinthos. We gaan aan de kade liggen en ook hier komen aan het einde van de dag de havenautoriteiten opeens langs en blijken we te moeten betalen. Erik vindt dit onterecht, aangezien er geen faciliteiten op de kade aanwezig zijn. Uit principe gaan we daarom weer voor anker liggen op ongeveer dezelfde plek waar we de vorige keer lagen. Achteraf blijkt dit een geluk bij een ongeluk te zijn, aangezien de wind ’s nachts draait en van zee komt, waardoor er deining is. Aan de kade heb je daar meer last van dan wanneer je voor anker ligt, dus goed dat we verkast zijn.

zondag 19 juli 2009

Golf van Korinthe

Het verslag van de afgelopen dagen was klaar voor publicatie op ons weblog, maar toen hield het netbook ermee op … Ondanks verwoede pogingen van Erik om de tekst nog op te kunnen halen, is dit niet meer gelukt. Het netbook zal opnieuw geïnstalleerd moeten worden. Vandaar dat ik nu op de ‘grote’ laptop nogmaals wat zal schrijven over de afgelopen dagen.

We waren gebleven in Missalonghi aan het begin van de golf van Patras. Op dinsdag 14 juli 2009 hebben we oostwaarts koers gezet richting Navpaktos. Hoogtepuntje was het passeren van de brug bij Rion. Deze brug, die hangt aan kabels, verbindt het noordelijke vaste land van Griekenland met het zuidelijke schiereiland, de Peloponnesos. De brug werd ter gelegenheid van de Olympische Spelen van Athene in 2004 gebouwd. Respectievelijk vijf mijl en één mijl voor het bereiken van de brug dien je via de marifoon contact op te nemen met Rion Traffic (kanaal 14). Gevraagd wordt naar de naam en grootte van de boot en de hoogte van de mast. Zij geven dan aan welke brugdoorgang je mag nemen (bijvoorbeeld drie pillars starbord (stuurboord) en one pillar port (bakboord)). Niet ver na de brug ligt het plaatsje Navpaktos. Het heeft een piepkleine haven, waar eigenlijk maar maximaal drie passantenboten kunnen liggen. Aangezien wij gezien de warmte zin hadden in een plons in het water, zijn we voor de stadswal voor anker gegaan en hebben daar een prima nacht gehad. Vanaf het water vallen meteen de vestingen en kasteelmuren op. Wij hebben nog een poging gedaan om het kasteel boven op de berg te bezoeken (of de resten die er van over zijn), maar dat is slechts gedeeltelijk gelukt. Het was duidelijk geen toeristische attractie want het stond niet goed aangegeven. Wel hadden we mooi uitzicht, ook op de brug. Na de hele stad doorgelopen te hebben (die moderner en jeugdiger oogde dan het leven op de eilanden), hebben we uiteindelijk bij een restaurantje aan het strand wat gegeten. Hele gezinnen zijn ’s avonds laat nog op pad, omdat de temperatuur dan wat dragelijker is. Leuk om dit gade te slaan.

De volgende dag zetten we koers naar een eiland dat weer een stukje oostelijker ligt, namelijk Nisos Triziónia. Een mooi, groen eiland met een redelijk moderne haven. We hadden een plekje langszij een steiger. Alleen … zoals bij zoveel havens in Griekenland het geval is, de haven is niet afgemaakt. Daar waar water- en elektriciteitsblokken op de steiger hadden moeten komen, waren de gaten al gemaakt. Nu moet je dus goed oppassen dat je niet in zo’n gat stapt als je op de steiger loopt! Ondanks dat het nog steeds snikheet is om 18.00 uur, maken we een wandeling over het eiland. We lopen door een bossig gebied (o.a. naald- en olijfbomen) en komen bij een mooie baai uit aan de andere kant van het eiland, waar het lekker pootje baden is. Helaas ligt er verderop een hele vuilnishoop, waarschijnlijk afkomstig van recreanten. Wat is het toch jammer dat veel mensen niet de moeite nemen om hun troep achter zich op te ruimen. In het dorpje Trizonia bestelt Erik brood voor de volgende dag en kan hij het internetwachtwoord van een hotel ontfutselen. Erik is meteen de hele avond aan het computeren.

De volgende dag halen we het brood op in de plaatselijke supermarkt (waar de prijzen voor simpele dingen zoals water overigens schrikbarend zijn) en drinken we een kop koffie. We hebben niet goed gekeken bij welk tentje we zijn gaan zitten en we krijgen tot onze grote schrik instantkoffie … Donderdag 16 juli 2009 begint dus niet zo goed en dat zet zich een beetje voort. We maken achteraf het verkeerde besluit om nog verder oostswaarts te varen naar het plaatsje Galxidhi. Omdat het windstil is, is het erg warm in dit plaatsje en we liggen aan een kade waar een weg en restaurantjes aan zitten (dus veel lawaai). We kijken rond of we een eventueel een scooter kunnen huren, om de volgende dag naar de ruïnes van Delphi te gaan. We kunnen geen verhuurbedrijf vinden, noch een busstop in de nabijheid van de haven. Vrijdag 17 juli 2009 kijken we ’s ochtends nog even naar de windvoorspelling voor de komende dagen. Er wordt windkracht 6 in de Golf van Korinthe verwacht op zaterdag. Aangezien we hier niet verwaaid willen komen te liggen, besluiten we om onze plannen om door te varen naar Itea om vanuit daar naar Delphi te gaan, acuut te laten voor wat het is en direct rechtsomkeer te gaan. Het is immers nu nog windstil. We willen weer terug naar Missalonghi omdat we daar prettig hebben gelegen. De tocht verloopt voorspoedig: in acht uur varen we de 48 mijl terug op de motor. Zaterdag 18 juli 2009 gaan we op de fiets naar de Lidl. Van de Duitsers die we vorige keer hadden ontmoet in Missalonghi, hadden we gehoord dat deze supermarkt er zou moeten zijn. De vorige keer konden we ‘m echter niet vinden. Nu wagen we een nieuwe poging en gaan op zoek. De Lidl blijkt een aantal kilometers buiten de stad te liggen, voorbij het ziekenhuis en dan nog een stuk de nationale route volgen. Na deze conditietraining heen en terug, hebben we wel weer wat producten aan boord, waar we weer even mee voort kunnen. Erik constateert ’s middags dat het netbook het niet meer doet en daarom pakken we in de loop van de middag wederom de fiets om naar een internetcafé in de stad te gaan. We komen terecht in een leuke, moderne tent met … airco!

Vandaag zondag 19 juli 2009 willen we terugvaren naar het Ionisch gebied en wel het eiland Cephalonia, dat ten westen en zuiden van Ithaka ligt. Er staat een lekker windje en we kunnen het hele stuk zeilend afleggen. Het plaatsje Poros lijkt ons bij nader inzien toch niet geschikt om aan te meren (te veel ferries, je kunt er niet voor anker en te sterke wind). Ook de baai in het zuiden, ormos Katelios, is gezien de wind die sterk is toegenomen niet geschikt om te ankeren. Dus … door naar het zuidelijker gelegen eiland Zakinthos. Tussen de eilanden neemt de wind dermate toe dat we opeens met voltuig in een windkracht 7 Beaufort verzeild raken. Dan toch maar de fok inrollen, wat gelukkig goed gaat (ondanks de lijnen die verstrengeld zijn geraakt). Voor het reven van het grootzeil staat teveel wind, dus dat lukt niet. Vlak voor het aanvaren van de meest noordelijke baai op Zakinthos, Ormos ay Nikolaos bij Skinari, moeten we toch het grootzeil binnen zien te krijgen. Erik gaat in zijn zwemvest naar voren en ik zit in de kuip om de lijn te laten vieren. In eerste instantie blijft het grootzeil door de harde wind vastzitten, maar door nog wat meer op te loeven lukt het Erik toch om het zeil binnen te halen. Het binnenvaren van de noordelijke kant van de baai is ook opletten geblazen, omdat er een rif voorligt. Gelukkig is deze gemarkeerd door betonblokken en valt dat reuze mee. Op dit moment liggen we voor anker in de baai en giert de wind nog steeds om onze oren. We liggen in ieder geval veilig, het anker krabt niet (dat heeft Erik met zijn snorkeluitrusting nog gecheckt), dus we wachten het rustig af. Overigens heeft wind één voordeel: we hebben het niet zo warm als de afgelopen dagen!

woensdag 15 juli 2009

Golf van Patras

Zondag 12 juli 2009 zitten we de hele dag op het water. We zijn op weg naar de stad Missalonghi/Messolonghi/Mesolongion (plaatsen zijn vaak op meerdere manieren aangeduid), aan het begin van de Golf van Patras op het vaste land van Griekenland. Deze tocht van 35 mijl kunnen we helemaal op de Genua (fok) varen, omdat de wind (ca. 4 tot 6 Beaufort) schuin van achteren komt. We hebben wel wat deining i.v.m. de golven, maar we kunnen onderweg toch nog wat lezen. De Golf van Patras scheidt het vaste land van Griekenland met de Peloponnesos en we zien het landschap wat vlakker worden. Wanneer we Missalonghi naderen, horen we via de marifoon van een Engelse boot die een eind voor ons voer, dat deze boot is vastgelopen in het kanaal dat naar de stad leidt. Dat belooft wat! Gelukkig blijkt het allemaal mee te vallen, de Engelse boot is al snel weer losgetrokken en wij varen zonder problemen door het kanaal dat in het midden zo’n 6 meter diep is en is uitgegraven in een zoutvlakte. Wat opvalt zijn huisjes die op een soort lagunes in het water staan, dit blijken vissershuisjes te zijn, waarvan sommigen tegenwoordig als vakantiewoningen dienen. Het doet bijna een beetje Zuid-Amerikaans aan (niet dat ik daar geweest ben, maar zo stel ik me dat voor). Er staat een fikse wind wanneer we de havenkom invaren, te veel wind om makkelijk langszij (zoals de meeste boten liggen) aan te meren. We gaan voor anker in de hoop dat de wind afneemt en we bekijken de situatie aan wal. Erik ziet opeens een stukje kade, waarbij hij de boot tegen de wind in kan leggen en waardoor de aanmeermanoeuvre makkelijker zou zijn. We brengen alle stootwillen naar één kant en Fre staat in de aanslag met de landvasten. Gelukkig krijgen we weer hulp vanaf wal en liggen we even later veilig en wel aangemeerd. Messalonghi marina blijkt in aanbouw te zijn en een Grieks-Nederlands management te hebben. We worden uitvoerig geïnformeerd door meneer Angelopoulos, de Griekse manager. Hij hoopt binnen negen jaar een renderende haven te hebben en mensen zover te zien krijgen dat ze hun boot hier in de winter op de wal willen zetten. De haven doet nog erg kaal aan. Hij is druk bezig met het opbouwen van alle faciliteiten. Omdat deze er nog niet zijn, hoeven we geen havengeld te betalen. Later blijkt er toch één waterkraan te zijn en één elektriciteitspunt, waar we natuurlijk direct gebruik van maken. ’s Avonds maken we een wandeling naar het stadje. We merken dat deze stad een stuk moderner aandoet en er veel meer jeugd rondloopt, in vergelijking met het leven op de eilanden. De volgende ochtend raakt Erik in gesprek met een ouder echtpaar op een Duitse boot, die bij ons in de buurt aanmeert. Zij komen al 15 jaar in dit gebied en geven ons tips over de omgeving. Erik op zijn beurt geeft hen tips voor het onderhoud van de boot (hij is tenslotte de poetsexpert!) en helpt hen met hun laptop. Inmiddels is het eigenlijk te laat om naar het volgende stadje te varen en blijkt dat we hier uitstekend bootschappen kunnen doen (op de vouwfiets) en bootklussen kunnen doen. We blijven dus nog een nachtje. Aan het begin van de avond komt Wim, een Nederlander die de wereld rond is geweest met zijn vrouw Anneke) naar onze boot om gedag te zeggen. We raken in gesprek en gaan later die avond nog een wijntje op hun mooie boot Azzuro, bij ze drinken.

Nisos (eiland) Ithaka

Zoals eerder vermeld, hebben we de afgelopen dagen flink zitten dubben over de vraag: ‘Hoe verder?’. Het meest ambitieuze plan dat we hebben is om ‘een rondje’ te varen naar Kreta en weer terug (ten westen van Peloponnesos afzakken en via de Cycladen en het kanaal van Corinthe weer terug naar de Ionische eilanden). Het zou enorm leuk zijn om Salila, mijn oude ‘bazin’ daar op te zoeken. Een ander alternatief is om in het gebied van de Ionische eilanden te blijven en daar bezoek dat wilde komen, te ontvangen. Kreta lijkt ons bij nader inzien toch te ver: met name om weer terug te komen, zullen we tegen de heersende winden en stromingen in moeten gaan, in combinatie met de warmte zien we dat niet meer zitten. Ik vind het wel heel erg jammer om het bezoek op Kreta af te moeten zeggen.: sorry Salila! Het tweede alternatief valt ook een beetje in het water: het boeken van een goedkope vlucht op Preveza mislukt, waardoor familie van Erik niet kan komen. Het is raar, maar we lijken ook een beetje verzadigd te zijn. We hebben al zoveel gezien, dat we minder gedreven zijn om nog heel veel meer te gaan ondernemen. Misschien ook omdat gezien de warmte het tempo een stuk lager ligt. Uiteindelijk besluiten we om via de Ionische eilanden nog een klein stukje de Golf van Patras in te varen (richting het kanaal van Corinthe) en dan via Zakinthos langzamerhand de terugreis naar Zuid-Frankrijk in te gaan zetten. Op de terugreis staat in augustus nog bezoek van Wouter (broer van Fre) en Ingrid gepland, die heel flexibel zijn, en indien mogelijk zeilen de ouders van Erik in september nog een stukje mee. Al met al een hoop gepuzzel, maar het geeft ons wel wat rust, nu we keuzes hebben gemaakt. Vrijdag 10 juli 2009 zakken we af naar het eiland Ithaka, dat op zo’n 20 mijl ten zuiden van het eiland Meganissi ligt. Er staat een lekker windje, met soms uitschieters (gusts) naar windkracht 7 Beaufort. De enige geschikte plaats om met deze wind naar toe te gaan is de stad Vathi. Buiten de stad ligt een havenkom waar we met genoeg ruimte tussen twee Engelse boten kunnen ankeren in de laag. Zoals meestal het geval is, schieten mensen toe om te helpen met het opvangen van de landvasten. Aangezien de ‘gusts’ de hele middag aanhouden, is het zaak om de boot in de gaten te houden, bijvoorbeeld of het anker het houdt. Indien dat niet het geval is, zou met de wind van voren, de boot tegen de achterkant van de kade knallen. Ondanks een stootwil die achterop zit, zou dat niet fijn zijn. Erik merkt dat hij te weinig ankerketting heeft uitgegooid, dus we moeten de hele manoeuvre opnieuw doen. Gelukkig is de timing nu perfect: genoeg lijn, achterkant ver genoeg van de kade, en het nieuwe Delta-anker houdt het uitstekend. Bij de haven zelf is erg rustig: er zitten een paar restaurantjes. In de Vaarwijzer lezen we dat Bush er een keer langs gewandeld is, wat toen een enorme commotie gaf. Een weg met platanen, waarvan de schors er door de valwinden van af is gevallen, leidt naar het stadje Vathi. Ondanks dat deze plaats vrij nieuw is (opgebouwd na een aardbeving in 1953), is het een aardig stadje. De volgende dag willen we een scooter huren om het eiland te verkennen en wellicht iets van Odysseus en dus Homeros terug te vinden (alhoewel dit omstreden is), maar we hebben de pech dat de laatste scooters vergeven zijn aan een groep luidruchtige Zwitsers die gisterenavond onze rust kwamen verstoren, door naast ons in de haven te gaan liggen. Balen dat we te laat zijn, maar we denken dat het dan zo moet zijn en ons een ongeluk bespaard is gebleven. We besluiten om door te varen naar Kioni, een plaatsje op het noordelijk deel van Ithaka. We komen er vroeg in de middag aan en met enige moeite lukt het ons om aan te meren, want er staat wederom een sterke wind. De hele dag, zien we boten binnenkomen en worstelen met deze wind, leuk om gade te slaan als je zelf veilig en wel in de haven ligt! Het dorpje zelf is erg klein, toeristisch, maar wel gezellig.

Nisos (eiland) Meganisi

Dinsdag 7 juli 2009 verlaten we Tranquil Bay bij Nidri op Lefkas (het water is hier inderdaad heel erg rustig, dus we kunnen lekker slapen). Daar zijn we de Äventyr, Chica en Kishorn weer tegengekomen. Die avond zijn we uitgenodigd voor de barbecue door Annette van de Äventyr die jarig is. Ze wil haar verjaardag vieren op een strandje op het eiland Meganisi, dat onder het eiland Lefkas ligt. Lesley en Trevor van de Kishorn varen ’s middags als eerste uit en doen vooronderzoek naar een geschikte baai waar vijf boten kunnen liggen en waar een strandje is. Eén boot, de Yucatan, die wij nog niet kennen, zal zich nog bij het gezelschap voegen; zij komen rechtstreeks uit Crotone overgevaren. Via de marifoon houden Lesley en Trevor van de Kishorn contact met de andere boten en inderdaad hebben zij een prachtige plek gevonden op Meganisi, namelijk de baai van Atheni. Het is hier wel opletten geblazen, want midden in deze baai ligt een rif, dat onder het wateroppervlak ligt. Je kunt hier ook niet voor anker op de gewone manier. Het aanmeren gebeurt door achteruit te varen, het anker te laten vallen en één lijn achter uit te zetten naar de (rotsachtige) wal. Trevor komt er met zijn dinghy al aangeracet en zorgt ervoor dat de lijn achter om een rotspartij vast komt te zitten. Op deze manier kunnen we niet gaan gieren (= achter het anker draaien). Dus wederom op een andere wijze aangemeerd! Aangezien het erg warm is, is het eerste wat we doen een plons in het water nemen. Erik zwemt met Lesley en Trevor naar het rif toe en staat er zelfs even op, wat een komisch gezicht is zo midden in het water. ’s Avonds genieten we van de barbecue: lekker en gezellig om bij te praten. De volgende dag vertrekken de andere boten richting Lefkasstad. Wij kiezen er voor om nog even van deze mooie baai te genieten. We maken ’s middags een wandeling naar Port Atherinos, dat verderop ligt. Het blijkt een aardig, klein haventje te zijn met stroom- en watervoorzieningen. Aangezien de accu’s dringend weer eens volledig bijgeladen moeten worden, verplaatsen we ons in de loop van de dag naar deze haven. Je blijkt een token voor elektriciteit te kunnen kopen voor zeven euro. Daarnaast blijken we ook gratis internet te kunnen ontvangen: zoiets komt niet vaak voor en komt goed uit omdat we een aantal dingen willen uitzoeken op internet. We hebben het zo naar ons zin, dat we besluiten nog een nacht te blijven liggen. We halen de fietsen uit de bakskisten en fietsen naar het dorpje Spartakhori. We krijgen een dejavu met onze fietstocht op Sardinië, want het eerste gedeelte van onze fietstocht is voornamelijk heuvel op. Het is evengoed geen straf om in dit mooie, groene, heuvelachtige landschap rond te fietsen. In Spartakhori worden we voor onze inspanningen beloond: in het boven een baai gelegen dorpje, vinden we een schaduwrijk, rustig terras, dat een prachtig uitzicht heeft op het water.

maandag 6 juli 2009

Lefkas

Zaterdag 4 juli 2009 bevinden we ons de hele dag op het water. Er staat net genoeg wind om te kunnen zeilen, wat lekker is bij deze warme temperaturen. We zijn op weg naar het eiland Lefkas, ten zuiden van Paxos en het kleinere eilandje Anti-Paxos. Bij het wegvaren uit de baai van Lakka blijkt de Raymarine plotter (elektronische navigatie) geen detailgegevens te tonen, waardoor Fre even niet lekker in de boot zit (ze heeft namelijk in de nieuwe pilot gelezen dat er een rif ligt langs de kust waar we nu varen…). Soms is teveel informatie ook niet handig, want er gebeurt niets en ook de plotter doet het na enige tijd weer, maar het is evengoed geen leuk idee dat we niet kunnen vertrouwen op de Raymarine. We hebben nu wel gemerkt dat je de plotter beter niet vanaf het paneel binnen kunt uitschakelen, maar eerst buiten moet uitzetten. Hopelijk is het probleem hiermee opgelost.

In de namiddag naderen we het Lefkas-kanaal, dat de Ionische zee met de Thalassa Ekhinadon verbindt. Het 6 kilometer lange kanaal is uitgegraven in een zoutvlakte. Vanuit zee ga je eigenlijk direct via een landtong en een brug het kanaal in. De brug gaat om het hele uur open, dus je moet goed timen om te voorkomen dat je op zee rondjes blijft varen. Om 18.00 uur varen we met vier andere boten het kanaal in en moeten daar toch nog even een minuut of tien wachten, want de brug gaat namelijk niet op tijd open! Er is gelukkig genoeg ruimte om als de brug open gaat, naast het uitgaande scheepsverkeer, het kanaal in te kunnen varen. We kijken of we bij Lefkasstad aan de kade willen liggen, maar daar zien we geen plek die vrij is en er loopt ook een drukke verkeersweg. We besluiten om door te varen, totdat we een geschikte aanmeer- of ankerplek tegenkomen. Op een gegeven moment ziet Erik ten noorden van de plaats Nidri, een nieuw uitziende kade waar slechts drie zeilboten liggen: de perfecte kans om eindelijk eens te oefenen met het ankeren in de laag. Zo gezegd, zo gedaan: Erik vaart achteruit, laat het anker vallen (elektrisch te bedienen) en laat het vieren totdat we bijna bij de kade zijn, daar springt Fre bijna in een spagaat naar de wal (er waren op dat moment geen andere mensen die de lijnen konden aannemen), en voila, we liggen. Weer een overwinning op aanmeergebied! Het enige probleem is dat we nog geen loopplank hebben. Lastig, want nu moeten we de landvasten aantrekken, willen we van en op de boot stappen. Dat weerhoudt ons er echter niet van om ’s avonds de omgeving te verkennen. We liggen niet echt in een dorp, maar aan een weg die naar de plaats Nidri leidt. Aan deze weg zitten appartementjes en restaurantjes. Opeens komt Erik erachter dat hij hier in 2001 in een appartementje heeft gezeten. Hoe toevallig! Even later strijken we neer bij een restaurantje aan het strand. Mooi om deze zeildag af te sluiten met lekker Grieks eten. De volgende dag lost het probleem van de ontbrekende loopplank zich vanzelf op. We blijken namen aan een kade te liggen waar ook Engelse charterschepen komen aanmeren. Erik raakt in gesprek met de manager, die prompt een loopplank regelt bij zijn mannetje. En inderdaad … twee uur later zijn we een loopplank voor slechts 20 euro rijker!

De twee daaropvolgende dagen blijven we in de buurt van Nidri. Op zondag liggen we voor anker bij het eiland Skorpios dat van de familie Onassis is. We zien mooi onderhouden tuinen en wegen op het eiland lopen. Het jacht ‘Cristina’ ligt echter niet aan de enorm mooring die daarvoor bedoeld is. Waar dat gebleven is weten we niet. Nidri zelf is een zeer toeristisch, chaotisch dorp. Ook bezinnen we ons op de vraag: ‘Hoe verder?’ Hierover later meer.

Corfu, zuidoostkust en Paxos, noordoostkust

Donderdag 2 juli 2009 verlaten we Gouvia baai om via een tussenstop in Corfustad naar Petriti te varen. De oude haven en de stadshaven van Corfu lijken ons niet geschikt om aan te meren (we onderzoeken dit nog wel van dichtbij, maar het blijkt weer een ongelijkmatige krappe kade te betreffen), dus we varen de ´hoek´om en gaan voor anker aan de zuidkant van een vesting. Bij de jachthaven van Naox kunnen we de bijboot aanmeren en lopen we zo de stad in. Corfustad blijkt boven verwachting een aardige stad te zijn, met o.a. een groen park, pleinen en winkelstraten waar Fre een short koopt en we een kop koffie drinken. Twee uur rondlopen in een warme stad vinden we wel weer genoeg en we gaan terug naar de boot. We zeilen op het gemak naar Petriti waar we om ca. 17.30 voor anker gaan. Petriti is een klein dorpje waar je nog echt iets terugziet van het authentieke Griekse leven: twee oude mensen die een bonte verzameling speelgoed op kraampjes langs straat verkopen, een varken dat aan het spit hangt etc. Helaas hebben we ’s avonds veel last van deining van binnenkomende golven, maar dat wordt gelukkig ’s nachts wat minder.

Van Petriti op Corfu is het niet ver naar Paxos, het eiland ten zuiden van Corfu, waar we de volgende dag naar toe willen. Tussen deze eilanden trekt de wind flink aan tot zo’n windkracht 5 B, dus een lekker zeilweertje! Als we de beschut gelegen baai van Lakka invaren is die wind geheel weg en is het meteen weer snikheet, dus snel het water in. We zijn overigens niet de enigen die in deze (grote) baai liggen. We tellen op een gegeven moment minstens 26 schepen. Aan het einde van de dag gaan we aan wal bij het kleine dorpje om een wandeling te maken. Dat blijkt daar uitstekend te kunnen. We maken een mooie wandeling naar de vuurtoren en andere kant van de baai door mooie naaldbossen, olijfbossen en in bloei staande bloemen. Ook zien we veel poesjes in alle soorten en maten, die loom op muurtjes liggen. Eenmaal terug in het dorp drinken we een drankje op een terras met uitzicht op de baai. Daar zien we dat een grote Duitse zeilboot begint te krabben en gevaarlijk dicht naar de ondiepte bij het dorp begint af te drijven. De eigenaren van de boot hadden we eerder van boord zien gaan. Gelukkig kunnen ze net op tijd getraceerd worden en racen ze met hun bijboot terug om vervolgens hun boot in veiligheid te brengen. Het leven op het water valt soms niet mee, zeker niet als je het ankeren niet beheerst, zoals de schipper van een andere boot. ’s Middags hadden we deze man al twee uur lang zien proberen te ankeren, met veel geschreeuw naar zijn bemanning. Keer op keer gooide hij het anker uit op verschillende plaatsen in de baai. Met veel motorgeweld gingen ze steeds achteruit waarbij de ankerketting vervaarlijk met een hoop gekraak onder spanning kwam te staan. Heel hilarisch om vanuit onze kuip gade te slaan. Dan liggen ze eindelijk, maar worden we ’s nachts om half drie wakker van zijn geschreeuw en lag hij er ’s ochtends niet meer. Later zagen we hem in de haven van Lefkas liggen aan een mooringlijn, dat was misschien toch beter te doen voor hem!

woensdag 1 juli 2009

Griekenland, Corfu: oostkust

We hebben (voor ons gevoel) twee drukke dagen achter de rug (hoe druk kun je het hier hebben?!) Maandag 29 juni 2009 varen we in de middag weg vanuit de baai bij Stefanos. Erik is vlak daarvoor in de baai van Stefanos , samen met twee andere dinghy’s, nog druk geweest met het tegenhouden van een krabbende motorboot waarvan de eigenaar niet aan boord was. Omdat deze boot niet goed geankerd had, raakte het anker los en ging de boot op drift. Na enige tijd kwam de eigenaar eraan (ondertussen was de boot op open water geraakt). Wel jammer dat er niet even een bedankje van af kon, maar gelukkig liep het goed af. Terwijl we de kust afvaren op zoek naar een andere baai, zien we één van de drie grootste privé zeiljachten aankomen zeilen, namelijk de Maltese Falcon. Erik haalt meteen het tijdschrift Zeilen erbij, waar toevallig een artikel over deze boot in staat. De zeilvoering van deze boot is inderdaad een indrukwekkend gezicht. Erik maakt er een filmpje van met zijn camera.

Aangezien we geen geschikte baaien meer tegenkomen waar we de nacht zouden kunnen doorbrengen, varen we door naar Gouvia Marina, dat 4 mijl ten noordwesten van Corfustad ligt. Buiten de haven tanken we diesel en water (pas na enig aandringen is dit toegestaan) en informeren naar de prijs van de haven. Deze blijkt nogal prijzig te zijn en aangezien het is al een uur of vijf ’s in de middag is, loont dat dan niet meer optimaal. We willen buiten de haven in de baai Ormos Gouvion voor anker gaan liggen. Tot onze verrassing zien we daar de Äventyr (in Sicilië leren kennen) en de Kishorn (in Sardinië leren kennen, degene die ons de ‘bumpy ride’ vraag stelde) weer liggen. Bert en Annette nodigen ons meteen uit , want ze zijn net met de Engelsen Lesley en Trevor aan ‘a cup of thee’ begonnen. Gezellig om elkaars avonturen te horen! De Äventyr en Kishorn hebben noodweer (onweer en hevige regenbuien) tijdens de oversteek en aan de westkust van Corfu gehad, terwijl wij dat alleen in de verte voorbij hebben zien komen.

De volgende dag komen de boten bij ons op de koffie en ook de Chica voegt zich bij ons (Nederlandse boot die we ook kennen uit Sardinië, die optrekt met de Kishorn en de nacht in de haven van Gouvia Marina heeft doorgebracht. Aangezien wij ’s ochtends hebben besloten om toch een nacht in deze haven te gaan liggen, kunnen ze ons nuttige tips geven, o.a. waar je de was kan doen, de supermarkten en bootwinkels zijn. Omdat we optimaal gebruik van de haven willen maken en veel willen doen, varen we om 14.00 uur de haven in (je kunt er van 14.00 uur tot 14.00 uur de volgende dag liggen). In de haven van Gouvia komen we Snörp, de Duitse boot van Jürgen en Sabina weer tegen. Van afspreken komt er niet meer van, omdat zowel zij als wij te druk zijn, maar het is leuk om op de steiger even bij te praten. Zij lagen ook in de haven van Roccella Ionica in Italië. We komen steeds vaker boten tegen die we kennen of eerder gezien hebben.

Gouvia Marina is de mooiste haven waar we tot nu toe gelegen hebben, met veel goede faciliteiten en zelfs een mooi zwembad (geen tijd gehad om te gaan zwemmen). Voor het eerst laten we de was (wel 20 kg)) doen, een luxegevoel om drie uur later lakens, handdoeken en noem maar op, schoon en opgevouwen terug te krijgen! Buiten de haven, in het aangrenzende dorpje Kondokali, bevinden zich diverse bootwinkels. We gaan er op onze vouwfietsen (eindelijk kunnen we ze weer eens gebruiken!) naar toe. Eer koopt kit (in Italië was dit een ramp om hier aan te komen). Fre is heel blij met een pilot die ze kan kopen van de Griekse wateren (De Nederlandse Vaarwijzer Griekenland is teveel op flottieljes gericht). Ook kopen we een nieuw anker. Het CQR-anker dat we hebben, heeft de neiging om op één kant te vallen en in bodems met zeegras, graaft het zich niet goed in. Het Delta-anker dat we nu hebben gekocht, zou zich beter moeten ingraven. Het anker wordt ’s avonds keurig op de steiger afgeleverd (tezamen met de ankerketting die Jurgen, die een paar boten verderop ligt, heeft gekocht). Verder informeren we bij twee winkels naar de prijs van een bimini. We merken dat het nu overdag zo warm is, dat het in de kuip bijna niet meer uit te houden is. Het teakdek warmt zodanig op in de zon, dat je er bijna niet op blote voeten overheen kunt lopen. Eén man komt ’s avonds de boel nog opmeten en we overwegen nog om een prefab bimini te kopen (een goedkope aluminium constructie). Om een lang verhaal kort te maken: de eerste optie vinden we te duur en een te drastische aanpassing van de boot. De prefab bimini , die we de volgende ochtend onder voorbehoud kopen, blijkt niet te passen en onhandig te zijn, dus die gaat weer terug. We houden het dus bij onze zonnetent die we al hebben, maar die je niet tijdens het zeilen kunt gebruiken. We fietsen nog even naar een soort praxis, in de veronderstelling dat ze daar misschien planken verkopen om een loopplank van te maken, maar dat hebben ze niet. Wel koopt Erik daar een stang, waarmee we een betere constructie voor onze zonnetent, kunnen maken. Nu zit deze hoger en kunnen we er makkelijker onderdoor kijken. Na ook nog boodschappen gedaan te hebben, varen we om precies 14.00 uur de haven uit naar de aangrenzende baai Ormos Gouvion om het daar weer wat rustiger aan te doen.

Ps. Terwijl we dit schrijven in het donker in de kuip, wordt er mooi vuurwerk ontstoken bij een hotel. Erik besluit prompt om het flesje champagne die we van vriendin A. hebben gekregen (waarvoordank), open te maken, we hebben tenslotte Griekenland bereikt en dat mag gevierd worden!